Ik ben een oudere en gebruik veel medicijnen

In het kort

Als oudere is het belangrijk om een keer uw medicijngebruik te bespreken met uw huisarts of apotheker.
U kunt een uitnodiging krijgen voor een gesprek. Bijvoorbeeld als u 2 ziektes heeft. Of als u uit het ziekenhuis komt.
Uw lichaam kan met de jaren gevoeliger worden voor medicijnen. Dat kan klachten geven.
De medicijnen kunnen elkaar tegenwerken of versterken.
Met uw huisarts en apotheker kunt u naar oplossingen zoeken.
Bijvoorbeeld stoppen met bepaalde medicijnen of er minder van gebruiken.

Veel medicijnen gebruiken

Ouderen gebruiken vaak veel verschillende medicijnen. Soms kan het problemen geven:

Zo kunt u last krijgen van bijwerkingen van medicijnen.
Verschillende medicijnen kunnen elkaar tegenwerken.

Als oudere kunt u daar eerder last van krijgen dan een jongere.

Wanneer is bespreken van uw medicijngebruik extra belangrijk?

U kunt altijd een gesprek met uw huisarts aanvragen als u vragen heeft over uw medicijnen, ook als u wilt minderen of stoppen met uw medicijnen.

Het maakt niet uit hoe oud u bent of hoeveel medicijnen u gebruikt.

De huisarts en apotheker samen nodigen u uit voor een gesprek als:

u 75 jaar of ouder bent en u 10 of meer medicijnen gebruikt
u 2 of meer ziektes heeft (bijvoorbeeld diabetes en COPD)
uw nieren steeds minder goed werken
uw partner kortgeleden is overleden
u moeite heeft om geschreven informatie te begrijpen
u net in het ziekenhuis opgenomen bent geweest
u op de eerste hulp bent geweest, bijvoorbeeld na een val
u last heeft van problemen die ouderen vaker hebben, bijvoorbeeld dat u:
- niet meer goed kunt lopen of problemen heeft met uw evenwicht
- last heeft van geheugenproblemen
- uw plas niet goed meer kunt ophouden

Waarom is bespreken van uw medicijngebruik belangrijk?

Er zijn verschillende redenen om uw medicijngebruik te bespreken:

Sommige medicijnen gaan niet goed samen. Medicijnen of zelfzorgmiddelen kunnen elkaar tegenwerken of te veel versterken. Dan krijgt u minder of meer van een medicijn, of een ander medicijn.
Op oudere leeftijd kunnen uw nieren minder goed gaan werken. Het kan zijn dat u minder van bepaalde medicijnen moet nemen.
Als u ouder wordt, wordt uw lichaam gevoeliger. U heeft daardoor meer kans op klachten en bijwerkingen. Uw huisarts of apotheker wil daarom weten hoe u zich voelt.
Het is lastig om veel medicijnen te moeten slikken. Vorm, kleur en verpakking veranderen regelmatig. Uw huisarts of apotheker kan kijken of het eenvoudiger kan.
Misschien heeft u zelf vragen of wensen. Of zijn er problemen met de medicijnen. Dan is het belangrijk dat u dat vertelt aan uw huisarts of apotheker. Dan kijken zij wat ze daaraan kunnen doen.
Misschien heeft u niet meer zo lang te leven. Of bent u kwetsbaar en snel ziek. Dat kan een goede reden zijn om te overleggen met uw huisarts of u kunt stoppen of minderen met uw medicijnen.

Wat kunt u met uw huisarts of apotheker bespreken over medicijnen?

Vertel gerust wat u voelt of denkt. U kunt alvast opschrijven wat u wilt bespreken.
Uw huisarts of apotheker kan u een formulier met vragen geven. Dat vult u voor het gesprek in.
Schrijf ook vragen op van uw partner of verzorger.
Neem uw aantekeningen mee naar de bespreking.

Voorbeelden van vragen, wensen of problemen die u kunt bespreken:

Ik wil minder pillen slikken.
Slik ik niet te veel pillen?
Passen al die pillen wel bij elkaar?
Als mijn bloeddruk goed is, kan ik dan stoppen met die pillen?
Komen mijn klachten van die medicijnen?
Als ik uit ga, neem ik mijn plaspillen niet. Kan dat wel?
Het lukt me niet om grote pillen in te nemen.
Waarom hebben dezelfde medicijnen soms een ander doosje en de pillen soms een andere kleur?
Ik vind een weekdoos moeilijk. Ik wil op de verpakking kunnen lezen wat ik slik.

Wat willen uw huisarts en apotheker nog meer van u weten?

Uw huisarts of apotheker kan de volgende vragen stellen:

Welke medicijnen gebruikt u? Neem de verpakkingen mee naar de bespreking.
Heeft u nog nieuwe medicijnen gekregen van een specialist?
Gebruikt u ook medicijnen of vitamines die u zelf gekocht heeft? Of medicijnen van iemand anders?
Slaat u wel eens een medicijn over?
Hoe voelt u zich?
Heeft u last van bijwerkingen?
Heeft u hulp nodig bij het innemen van medicijnen?

Overleg tussen huisarts en apotheker over medicijnen

Uw huisarts of apotheker schrijft uw vragen, wensen en problemen op.
Ze kijken samen hoe ze uw medicijnen kunnen aanpassen, bijvoorbeeld:

Welke medicijnen u echt nodig heeft.
Het is belangrijk deze medicijnen te blijven innemen.
Welke medicijnen u kunt vervangen, minderen of stoppen.
Bijvoorbeeld omdat ze niet meer nodig zijn, te veel bijwerkingen geven of niet goed samengaan.
Voorbeelden van medicijnen die ouderen vaak willen/kunnen minderen of stoppen zijn:
- NSAID's, zoals ibuprofen, diclofenac of naproxen
- slaap- en kalmeringsmiddelen, zoals oxazepam of temazepam
- maagmedicijnen
- medicijnen tegen plasklachten
- medicijnen tegen botontkalking
- medicijnen tegen hoge bloeddruk
- medicijnen tegen diabetes type 2 (suikerziekte)
- bloedverdunners
- cholesterolmedicijnen
Of u nog extra medicijnen nodig heeft.
Of u een medicijn minder vaak kunt slikken.
Of er hulpmiddelen zijn om uw medicijngebruik eenvoudiger te maken.

Daarna zetten ze de oplossingen voor uw vragen, wensen en problemen op een rij en geven ze u advies.

diclofenac

Diclofenac is een ontstekingsremmende pijnstiller. Dit soort pijnstillers wordt ook wel NSAID's genoemd. Het werkt pijnstillend, ontstekingsremmend en koortsverlagend.

Het is te gebruiken bij pijn waarbij ook sprake is van een ontsteking, zoals bij gewrichtspijn, reumatoïde artritis (ontsteking van de gewrichten), ziekte van Bechterew en jicht (ontsteking in uw gewricht).

Bovendien bij koliekpijn, menstruatieklachten, zoals abnormaal vaginaal bloedverlies, migraine en hoofdpijn. Het wordt soms ook gebruikt bij artrose (het kraakbeen in uw gewrichten wordt dunner), spierpijn en klachten door griep of verkoudheid.