In het kort
- Als je blaas te actief is, moet je soms ineens heel erg plassen.
- Drink 2 weken geen koffie, thee, cola of energiedrankjes. Helpt dit? Blijf dan minder van deze dranken drinken.
- Ben je veel te zwaar? Probeer af te vallen.
- Blijf je last houden van plas verliezen? Bel je huisarts.
- Je kunt je blaas trainen om plas langer op te houden.
- Als dit niet helpt, kun je medicijnen proberen. Die hebben wel nadelen.
Hoe werkt plas ophouden en plassen als alles goed gaat?
Plas ophouden
Je kunt je plas ophouden door deze spieren te gebruiken:
- de spier rond de uitgang van je blaas
Deze spier zit aan het begin van je plasbuis. Je kunt deze spier niet zelf aanspannen en ontspannen. Dit doet je lichaam vanzelf. - de spieren aan het eind van je plasbuis
Dit zijn de bekkenbodem-spieren. Die zitten tussen je zitbotjes, schaambeen en stuitje. Deze spieren sluiten je plasbuis af. En houdenje blaas, baarmoeder en darm op hun plek.
Je kunt deze spieren zelf aanspannen en ontspannen.
Plassen
Je blaas rekt uit als er plas in komt. Als er 150 of 200 milliliter plas in je blaas zit, krijg je het gevoel dat je moet plassen.
Als je op dat moment niet wilt plassen, dan span je je bekkenbodem-spieren aan. Je houdt je plas daardoor op.
Als je wel wilt plassen, dan ontspan je je bekkenbodem-spieren.
De meeste mensen plassen 1 keer per 3 tot 4 uur. Dat is ongeveer 6 tot 8 keer per dag (24 uur).
Waardoor moet je soms ineens heel erg plassen en ben je niet op tijd bij de wc?
Je blaas is te actief. De spieren in je blaas trekken soms ineens samen. Ze persen dan plas uit je blaas. Je voelt dan ineens dat je heel nodig moet plassen. En je bent meestal niet op tijd bij de wc. Dit kan overdag of 's nachts gebeuren.
We noemen dit ook wel urineverlies bij aandrang.
Vaak is niet duidelijk waarom je blaas te actief is.
We weten wel dat de kans groter wordt in deze situaties:
- Je wordt ouder.
- Je gaat heel vaak naar de wc.
Je blaas is dan niet meer gewend om de plas op te houden. - Je gaat vaak niet naar de wc als je voelt dat je moet plassen.
Soms moet je dan ineens heel erg plassen en kun je het niet meer ophouden. - Je bent bang om je plas niet te kunnen ophouden.
- Je spant de hele tijd je bekkenbodem-spieren aan.
Dit geeft druk op je blaas. Het gebeurt vaak zonder dat je het weet. - Je drinkt veel koffie of andere dranken met cafeïne, zoals thee, cola en energiedrankjes.
Je blaas vult zich dan sneller dan bij andere drankjes. De druk op je blaas wordt groter. Je moet dan erger plassen. - Je gebruikt bepaalde medicijnen.
Bijvoorbeeld sommige plaspillen. En medicijnen tegen depressie of psychose. - Je hebt een blaasontsteking gehad.
- Je blaas is bestraald bij kanker.
- Je hebt een operatie onderin je buik gehad.
Bijvoorbeeld een operatie voor een bandje om je plasbuis.
Ook plas verliezen als je hoest, lacht of sport
Bij sommige vrouwen zijn de bekkenbodem-spieren ook zwakker geworden. Je kunt dan je plas niet goed ophouden als je je inspant. Zoals bij hoesten, lachen of sporten.
Dit noemen we urineverlies bij inspanning.
Adviezen om je plas beter op te houden
Je kunt zelf een aantal dingen doen om je plas beter op te houden.
- Sommige medicijnen kunnen plasklachten geven of erger maken. Gebruik je medicijnen? Vraag dan aan je huisarts of dat bij jou ook zo is. Dan kijkt de huisarts of je minder van dit medicijn kunt nemen. Of een ander medicijn kunt krijgen.
- Ben je veel te zwaar? Dan kan het helpen om af te vallen. Dan is er minder druk in je buik. De sluitspier van je blaas kan de plas dan beter tegenhouden.
- Drink je vaak koffie? Of andere dranken met cafeïne, zoals thee, cola en energiedrankjes? Probeer die dan 2 weken niet te drinken. Kijk of dit helpt. Helpt het? Blijf dan minder van deze dranken drinken.
- Blijf wel genoeg drinken: 1,5 liter per dag. Bijvoorbeeld water. Minder drinken zorgt er niet voor dat je je plas beter kunt ophouden.
Hulpmiddelen bij plas in je onderbroek
Je kunt je plas opvangen met een hulpmiddel. Hulpmiddelen zijn bijvoorbeeld:
- een soort verband voor in je onderbroek (incontinentie-verband)
- een onderbroek die je plas opvangt
- een matje voor in bed dat de plas opvangt als je 's nachts plas verliest
Zo'n hulpmiddel zorgt ervoor dat je plas niet ruikt. En zorgt ervoor dat je huid droger blijft.
De apotheek of wijkverpleegkundige kan je helpen kiezen. En uitleggen hoe je het gebruikt.
Je koopt de hulpmiddelen bij de apotheek of via de Hulpmiddelenwijzer. Vraag aan je zorgverzekeraar of dit wordt vergoed.
Als je ze alleen soms nodig hebt, kun je ook de hulpmiddelen van de supermarkt of drogist gebruiken.
Heb je last van de huid op de plekken waar de plas je huid raakt? Je kunt daar dan een beschermende zalf smeren. Zoals siliconis-crème of zinkzalf. Je kunt deze zalf zonder recept kopen bij de apotheek of drogist.
Welke onderzoeken krijg je als je soms ineens heel erg moet plassen en dan niet op tijd bij de wc bent?
Helpen de adviezen niet genoeg? Maak dan een afspraak bij je huisarts.
Je kunt deze onderzoeken krijgen:
Vragen beantwoorden
De huisarts stelt je eerst vragen, zoals:
- Op welke momenten kun je je plas niet goed ophouden?
- Hoe lang heb je er al last van?
- Verlies je een klein beetje of veel plas?
Onderzoek van je lichaam
Daarna onderzoekt de huisarts je lichaam:
- De huisarts kijkt naar je buik en voelt eraan. Je huisarts voelt bijvoorbeeld of je blaas vol is.
- De huisarts kijkt naar de buitenkant van je vagina.
- De huisarts voelt met 2 vingers in je buik via je vagina.
Tijdens dit onderzoek vraagt de huisarts of je de spieren kunt aanspannen waarmee je je plas ophoudt (je bekkenbodem-spieren). Daarna mag je deze spieren weer ontspannen. Zo weet de huisarts of je de juiste spieren kunt aanspannen en ontspannen. Ook kan de huisarts voelen of je baarmoeder verzakt is.
Onderzoek van je plas
Je moet plassen in een potje. Dit is om te kijken of je blaasontsteking hebt.
Een plasdagboek invullen
De huisarts vraagt je om een plasdagboek in te vullen.
Het dagboek laat zien hoe vaak je overdag plast en hoe vaak 's nachts. En hoe vaak je plas verliest.
Zo kan de huisarts beter zien waar je klachten door komen en een behandeling kiezen. Als je het plasdagboek opnieuw invult na je behandeling, kun je zien of je klachten minder zijn. Zo zie je of de behandeling helpt.
Behandeling als je soms ineens heel erg moet plassen en dan niet op tijd bij de wc bent
Zo gaat de behandeling als je soms ineens erg moet plassen en dan niet op tijd bij de wc bent:
- Je oefent elke dag om te wachten met plassen als je moet. Zo went je blaas eraan om de plas een tijdje op te houden.
- De huisarts of een bekken-fysiotherapeut kan je helpen.
- Na 6 weken voelen veel vrouwen dat ze hun plas beter kunnen ophouden.
- Je moet de oefeningen blijven doen. Anders komen de klachten terug.
Kijk bij blaastraining.
Je kunt hulp krijgen bij je oefeningen met de app URinControl. De app vraagt om een paar persoonlijke gegevens. Je krijgt dan herinneringen voor de oefeningen.
Medicijnen bij ineens heel erg moeten plassen en niet op tijd bij de wc zijn
Heeft de blaastraining na 3 maanden nog niet genoeg geholpen? Dan kunnen medicijnen helpen, bijvoorbeeld het medicijn tolterodine. Dit medicijn ontspant de spieren in je blaas, waardoor je minder vaak moet plassen.
Je kunt nadenken of je dit medicijn wilt. Er zijn voordelen en nadelen. Het medicijn kan helpen, maar we weten niet zeker of dit blijft. En niet iedereen mag het medicijn gebruiken.
Dit medicijn geeft ook bijwerkingen. Zoals hoofdpijn, een droge mond, slechter zien en niet goed kunnen poepen.
Veel mensen stoppen na een aantal weken of maanden met dit medicijn. Omdat het niet genoeg helpt, of omdat ze last hebben van de bijwerkingen.
Bespreek het met je huisarts en kies samen wat het beste bij je past.
Hielp de blaastraining wel een beetje? Blijf dan naast de medicijnen ook de oefeningen doen.
tolterodine
Tolterodine ontspant de spieren van de blaas.
Artsen schrijven het voor bij urine-incontinentie.
Hoe gaat het verder als je soms ineens heel erg moet plassen en dan niet op tijd bij de wc bent?
Doe je blaastraining? Blijf de oefeningen dan doen. Met de huisarts spreek je af wanneer je terugkomt voor een controle-afspraak.
Slik je een medicijn dat de blaas ontspant (tolterodine)? Blijf dan regelmatig nadenken of de voordelen voor jou groter zijn dan de nadelen. Vooral als je 70 jaar of ouder bent.
Wanneer je moet stoppen met het medicijn:
- Je hebt dementie. Dan kan het medicijn de dementie snel erger maken.
- Je bent in de war. Het medicijn kan er dan voor zorgen dat je geheugen snel slechter wordt.
Waarom je zou kunnen stoppen:
- Je hebt last van bijwerkingen, zoals duizeligheid en minder goed zien. Je kunt dan makkelijk vallen.
- De medicijnen helpen niet goed tegen je plasklachten.
- Het gaat niet beter na 3 tot 6 maanden.
Bespreek dit met je huisarts. Je kunt in 1 keer stoppen.
Kijk ook bij stoppen met medicijnen bij plasklachten als je ouder bent.
tolterodine
Tolterodine ontspant de spieren van de blaas.
Artsen schrijven het voor bij urine-incontinentie.
Wanneer de huisarts bellen als je je plas niet goed kunt ophouden?
Bel je huisarts als het met de adviezen niet lukt om je plas beter op te houden.
Bel ook je huisarts bij 1 of meer van deze dingen:
- Je moet heel veel of heel vaak plassen.
- Je hebt pijn of een branderig gevoel als je plast.
- Er zit bloed bij je plas.
- Je hebt een hernia in de rug en kunt ineens je plas niet goed meer ophouden.
- Je verliest zomaar plas. Dus zonder dat je je inspant (hoest, lacht of sport). En zonder het gevoel dat je moet plassen.
Meer informatie
- Je kunt hulp krijgen bij de oefeningen via een app: URinControl
- Informatie over hulpmiddelen bij moeilijk plas ophouden: Hulpmiddelenwijzer.nl
- Informatie over ziekenhuizen die dit behandelen: Ziekenhuischeck.nl