In het kort
- Een kind dat iets ergs meemaakt kan daar lang last van houden.
- Kinderen jonger dan 7 jaar kunnen minder goed vertellen wat ze voelen. Maar er zijn wel andere signalen dat ze problemen hebben.
- Als de klachten na 4 weken niet minder worden, kan het een posttraumatische stressstoornis zijn (PTSS).
- Kinderen vanaf 7 jaar krijgen dezelfde behandeling als volwassenen.
Wat is PTSS bij kinderen?
Kinderen kunnen vaak moeilijk vertellen wat ze precies voelen. Daarom moeten mensen in hun omgeving letten op andere signalen dat er wat aan de hand is.
Signalen bij kinderen van 6 jaar en jonger
- Uw baby slaapt of eet slecht.
- Uw baby huilt vaak en lang.
- Uw peuter of kleuter wil steeds heel dichtbij u zijn. Of hij is juist in zichzelf gekeerd en reageert niet als u contact maakt.
- Uw kind is bang om alleen gelaten te worden.
- Uw kind lijkt in de war en kan niet goed vertellen wat er aan de hand is.
- Uw kind gaat stapjes terug in zijn ontwikkeling. Bijvoorbeeld door ineens weer in bed te plassen.
- Uw kind herhaalt bij het spelen de nare gebeurtenis die hij heeft meegemaakt.
- Uw kind is agressief of maakt zomaar dingen kapot.
- Uw kind heeft lichamelijke klachten, maar er is geen lichamelijke oorzaak te vinden.
Signalen bij kinderen van 7-12 jaar
- Uw kind herhaalt bij het spelen de nare gebeurtenis die hij heeft meegemaakt.
- Uw kind gedraagt zich anders dan anders. Misschien doet het 'lastig' en gaat over grenzen. Andere kinderen worden juist teruggetrokken en stil.
- Uw kind ziet overal gevaar.
- Uw kind heeft angstige dromen/nachtmerries.
- Uw kind heeft agressieve of angstige fantasieën.
- Uw kind plast in bed.
- Heel soms: het kind stopt (bijna) helemaal met praten.
Signalen bij jongeren (13 - 20 jaar)
- Uw kind heeft problemen op school.
- Uw kind schaamt zich voor zijn klachten.
- Uw kind gaat zich heel anders gedragen.
- Uw kind neemt risico’s. Bijvoorbeeld door drugs en/of (te veel) alcohol te nemen of zichzelf pijn te doen (zelfbeschadiging).
- Uw kind is vaak erg boos en heeft fantasieën over wraak nemen.
- Uw kind is bang de controle te verliezen.
Waardoor krijgt een kind PTSS?
Als een kind iets ergs meemaakt kan het daar problemen door hebben. Meestal gaat het na een tijdje vanzelf weer beter. Soms gaat het niet vanzelf over; dan kan het PTSS zijn. Het is niet duidelijk waarom het ene kind na een nare gebeurtenis wel PTSS krijgt en het andere niet. Wel is bekend dat sommige kinderen een grotere kans hebben om PTSS te krijgen.
Uw kind heeft meer kans op PTSS in deze situaties:
- Uw kind heeft al eerder psychische problemen gehad.
- Uw kind heeft eerder nare gebeurtenissen meegemaakt.
- Uw kind is van zichzelf gevoelig. Het pakt problemen niet uit zichzelf aan.
- U heeft zelf traumatische gebeurtenissen meegemaakt.
- In uw gezin zijn er meerdere problemen. Bijvoorbeeld relatieproblemen, geldzorgen, verslaving.
- Uw kind was niet bij u tijdens de nare gebeurtenis.
- U bent zelf in de war door de gebeurtenis.
- U bent zelf (gedeeltelijk) verantwoordelijk voor de gebeurtenis. Uw kind ziet bijvoorbeeld dat u erge ruzie heeft met uw partner.
- Uw kind heeft niet veel steun van anderen. Bijvoorbeeld familie, vrienden, buren en/of school.
Uw kind krijgt minder snel PTSS na een nare gebeurtenis als:
- U als ouder(s) tijdens de gebeurtenis bij uw kind was. En uw kind kon troosten en helpen.
- Uw kind bepaalde eigenschappen heeft:
- het kan problemen goed oplossen
- het kan makkelijk met andere mensen omgaan
- het doet dingen niet zomaar zonder eerst na te denken
- het denkt positief over zichzelf. - U uw kind kunt steunen en zelf op een goede manier met stress omgaat.
- Uw kind steun heeft in zijn sociale omgeving en op school.
Wat kunt u zelf doen?
- Ga naar uw huisarts:
- als u de signalen hierboven herkent
- als iemand anders de signalen herkent, bijvoorbeeld de leraar van uw kind
- als u bezorgd bent over het gedrag van uw kind. - Luister naar uw kind als het met u wil praten over wat er gebeurd is.
Hoe weet de arts of uw kind PTSS heeft?
Ga naar de huisarts als u denkt dat uw kind last heeft van een nare gebeurtenis. De huisarts praat met u en uw kind. Zo nodig stuurt hij door naar de jeugdarts, een kinderarts of een psycholoog.
- Het kan zijn dat u een vragenlijst moet invullen over uw kind.
- Als uw kind al kan lezen, kan het ook zelf een vragenlijst invullen.
- Voor kinderen van 6 jaar en jonger zijn er speciale vragenlijsten.
- Bij kinderen van 7 jaar en ouder is ook informatie van school nodig. Dan vult de leraar ook een vragenlijst in.
- Misschien onderzoekt de arts uw kind ook op lichamelijke problemen.
- PTSS gaat vaak samen met andere psychische problemen, zoals depressie, angst, eetstoornissen of gedragsproblemen. Ook daar let de arts op.
Behandeling van PTSS bij kinderen
PTSS wordt behandeld met psychotherapie: gesprekken met een psycholoog. Voor kinderen zijn er drie soorten:
- Cognitieve gedragstherapie
Praten over wat er gebeurd is en hoe je daar mee om kunt gaan.
- EMDR
De behandelaar vraagt uw kind om te denken aan de nare gebeurtenis. Tegelijk beweegt hij een vinger heen en weer, waar uw kind naar moet kijken. Door zich daarop te concentreren wordt de nare herinnering minder heftig.
- KIDNET (vanaf 7 jaar)
Uw kind vertelt over de belangrijke dingen in zijn leven. De fijne gebeurtenissen zijn bloemen, de nare gebeurtenissen zijn stenen. Het kind legt zijn bloemen en stenen op de grond en vertelt erover. Wat gebeurde er precies bij die steen? Wat voelde het kind toen? Wat dacht het? Het kind leert dat zijn gevoelens van toen, invloed hebben op nu.
Soms krijgen kinderen vanaf 7 jaar ook medicijnen voor de behandeling van PTSS. Dit is dan altijd samen met psychotherapie.
Na de behandeling van PTSS
- Geef uw kind de tijd om de nare ervaringen te verwerken. Vaak gaat het langzaam steeds weer wat beter.
- Soms blijft uw kind last houden van de PTSS. De klachten zijn vaak wel minder heftig.
- Soms komen de klachten na een tijd weer terug. Ga dan naar de huisarts of uw behandelaar.
- Bespreek met de behandelaar waaraan u kunt herkennen dat de klachten bij uw kind terugkomen. Dat kan voor elk kind anders zijn. Als u weet waar u op moet letten, kunt u er eerder wat aan doen. Zorg ook dat mensen in de omgeving van uw kind weten wat bij uw kind verschijnselen zijn dat het weer minder goed gaat.
Meer informatie over PTSS bij kinderen
- www.koppkvo.nl: website van het Trimbos-instituut over zorg voor kinderen van ouders met psychische problemen (KOPP) en kinderen van verslaafde ouders (KVO)
- De Angst, Dwang en Fobie stichting.
- MIND: site over psychische gezondheid en hulp.
- Vereniging EMDR Nederland: over behandeling met EMDR.
- Arq – Nationaal Psychotrauma Centrum: over verschillende behandelingen bij psychotrauma.
We hebben deze informatie gemaakt met de richtlijnen voor huisartsen en voor de geestelijke gezondheidszorg (de NHG-Standaard Angst en de Zorgstandaard Psychotrauma).