In het kort
- Bij het premenstrueel syndroom (PMS) krijgt u elke keer lichamelijke en psychische klachten voordat u ongesteld wordt.
- De klachten zijn zo erg dat u niet uw gewone dagelijkse dingen kunt doen.
- Als u er goed mee leert omgaan, kunnen de klachten minder worden.
- Gezond eten, genoeg bewegen en goed slapen helpen meestal om u beter te voelen.
- Zorg dat u weinig stress heeft in de dagen dat u last heeft van PMS.
- Gesprekken met de praktijkondersteuner van de huisarts of met een psycholoog kunnen helpen.
Wat is het premenstrueel syndroom?
Bij het premenstrueel syndroom (PMS) krijgt u elke keer lichamelijke en psychische klachten voordat u ongesteld wordt (menstruatie). U krijgt bijvoorbeeld depressieve klachten en een opgeblazen gevoel.
De klachten zijn zo erg dat u niet uw gewone dagelijkse dingen kunt doen. De klachten worden minder als u ongesteld wordt. En blijven dan minimaal een paar dagen weg.
Alle meisjes en vrouwen die ongesteld worden kunnen PMS krijgen. Het komt vooral voor bij vrouwen tussen de 35 en 45 jaar.
Wat is de oorzaak van PMS?
Het is niet helemaal duidelijk hoe PMS ontstaat. Waarschijnlijk komt het door hormonen. Vrouwen worden ongesteld doordat de hoeveelheid hormonen in het bloed steeds verandert.
Vrouwen met PMS hebben niet meer of minder hormonen dan vrouwen zonder PMS.
We denken dat vrouwen met PMS er meer last van hebben dat de hoeveelheid hormonen steeds verandert.
Wat kunt u zelf doen bij PMS?
- Zorg dat u weinig stress hebt in de dagen dat u last hebt van PMS.
- Leef gezond: zorg dat u gezond eet, genoeg beweegt en goed slaapt.
- Praat met mensen over uw klachten, zodat ze weten waarom u zich niet goed voelt.
- Probeer te ontspannen. Wat kunt u bijvoorbeeld doen?
- luisteren naar muziek
- een boek lezen
- in bad gaan of douchen
- u laten masseren
- de tijd nemen om rustig te eten
Behandeling van PMS
Bij PMS kan het helpen als u goed leert omgaan met uw klachten. De praktijkondersteuner van de huisarts of een psycholoog kan u daarbij helpen. Bijvoorbeeld met cognitieve gedragstherapie. Door deze therapie leert u welke invloed PMS op u heeft. Met de praktijkondersteuner of psycholoog beantwoordt u bijvoorbeeld deze vragen:
- Hoe voelt u zich door de klachten?
- Wat doen de klachten met uw lichaam?
- Hoe houdt u het vol?
- Bent u zich anders gaan gedragen door uw klachten?
- Bent u anders gaan denken door uw klachten?
- Gaat u anders met mensen om sinds u klachten heeft?
- En wat doen al die veranderingen weer met de klachten?
De praktijkondersteuner of psycholoog helpt u om anders naar uw klachten te kijken. Ook leert hij of zij hoe u anders kunt omgaan met uw klachten. Hierdoor kunnen uw gedrag, gevoel en manier van denken veranderen. En bij de meeste vrouwen worden de klachten daardoor ook minder.
Medicijnen bij PMS
Soms kunnen medicijnen helpen. Overleg met uw huisarts wat u er bij u mogelijk is. Bijvoorbeeld de anticonceptiepil, het hormoonspiraaltje of een medicijn tegen depressies. Deze medicijnen zijn niet speciaal bedoeld voor PMS en hebben ook bijwerkingen.
Meer informatie over het premenstrueel syndroom
Op de website voor patiƫnten van de NVOG (Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie) degynaecoloog.nl vind je meer informatie over PMS.
We hebben deze tekst gemaakt met de richtlijn voor artsen over premenstrueel syndroom.