In het kort
- Je kind krijgt uitnodigingen voor druppels of prikken tegen ziektes.
- Meestal krijgt je kind prikken. Tegen ernstige buikgriep krijgt het druppels.
- De prikken en druppels zijn veilig. Ze beschermen tegen heel erge ziektes.
- Na de prikken kan je kind koorts krijgen of moe zijn.
Tegen welke ziektes krijgt je kind prikken en druppels?
Alle kinderen in Nederland worden uitgenodigd voor prikken tegen ziektes. Dit noemen we het Rijksvaccinatieprogramma. Meestal krijgt je kind een prik. Tegen ernstige buikgriep krijgt je kind druppels in de mond.
De prikken of druppels die je kind krijgt, beschermen tegen deze ziektes:
- ernstige buikgriep (rotavirus)
- difterie
- kinkhoest
- tetanus
- polio
- Haemophilus influenzae b
- hepatitis B
- pneumokokken
- bof
- mazelen
- rodehond
- meningokokken ACWY
- hpv
Deze ziektes komen door bacteriƫn of virussen. De ziektes kunnen gevaarlijk zijn. Daarom krijgt je kind de eerste uitnodiging al als het ongeveer 6 weken is. De laatste uitnodiging krijgt je kind als het 14 jaar is.
Lees meer over de prikken en druppels die je kind kan krijgen.
Waarom is het belangrijk dat je kind de prikken en druppels krijgt?
Door de prikken en de druppels is je kind zo goed mogelijk beschermd tegen de ziektes. De prikken en druppels zorgen ervoor dat je kind afweerstoffen aanmaakt.
Je kind maakt ook afweerstoffen als het de ziektes wel krijgt. Maar deze ziektes kunnen erg gevaarlijk zijn, soms ook voor gezonde kinderen.
Hoe meer kinderen er beschermd zijn, hoe minder kinderen deze ziektes krijgen. En hoe minder andere mensen besmet kunnen worden. Daarom helpen de prikken en druppels niet alleen jouw kind, maar ook anderen.
Sommige mensen denken dat autisme kan ontstaan door prikken tegen ziektes, maar dit is niet waar. Er is veel onderzoek gedaan waardoor we weten dat de prikken en autisme niks met elkaar te maken hebben.
Hoe werken de prikken en de druppels tegen ziektes?
In de prikken en druppels zitten dode of zwakke stukjes van een virus of bacterie. Of een beetje gif van een bacterie dat ongevaarlijk is gemaakt. Je kind wordt hier niet erg ziek van.
De prikken en druppels maken de afweer van je kind sterk. Dat betekent dat het lichaam goede weerstand heeft tegen een ziekte.
Als je kind een prik of druppels tegen een ziekte heeft gehad, dan wordt het niet erg ziek als het later besmet raakt met die ziekte. Dat komt omdat het lichaam de ziekte dan herkent. Het lichaam maakt dan snel stofjes tegen de ziekte. Dit noemen we afweerstoffen. De kans dat je kind ziek wordt, is daardoor veel kleiner. Als je kind toch ziek wordt, dan is het vaak minder erg.
Er zitten ook andere stofjes in de prik en in de druppels:
- stofjes die de afweer extra sterk maken
- stofjes waardoor de prik goed bewaard blijft
- stofjes die nodig zijn om de prik te maken
De prikken zijn heel goed getest. Daardoor weten we dat ze veilig zijn.
Hoe krijgt je kind de prikken en druppels tegen ziektes?
Druppels
Je kind krijgt de druppels als baby. Je houdt je baby op schoot. De arts of verpleegkundige doet een paar druppels in de mond van je baby. Als je baby die doorgeslikt heeft, geeft de arts weer een paar druppels. Net zo lang tot de tube met druppels leeg is.
Prikken
Je kind krijgt 1 of 2 prikken per keer. Als je kind nog klein is, zit het tijdens de prik op je schoot. Je kind krijgt de prik dan meestal in het bovenbeen. Soms in de bovenarm. Als je kind groter is, kiest het zelf waar het wil zitten. Je kind krijgt de prik dan meestal in de bovenarm. Het is handig als je kind makkelijke kleren aan heeft, zodat je de bovenarm makkelijk bloot kunt maken.
Je kind afleiden kan helpen tegen de schrik en tegen de pijn. Bijvoorbeeld zo:
- Laat je baby op een speen of vinger zuigen.
- Geef je baby borstvoeding of flesvoeding.
- Geef je kind speelgoed.
- Laat je kind naar muziek luisteren.
- Laat je kind een filmpje op je telefoon zien.
- Laat je kind blazen. Bijvoorbeeld bellen blazen of tegen een windmolentje blazen.
Kinderen van 14 jaar mogen de prik alleen halen of iemand meenemen.
Geef je kind van tevoren liever geen paracetamol. Het kan zijn dat de prik dan minder goed werkt. En de prik zelf doet er niet minder pijn door.
paracetamol
Paracetamol werkt pijnstillend en koortsverlagend.
Het is te gebruiken bij verschillende soorten pijn zoals, hoofdpijn, migraine, koorts, griep, verkoudheid, keelpijn, bijholteontsteking, middenoorontsteking, oorpijn door gehoorgangontsteking, artrose, spierpijn, gewrichtspijn en menstruatieklachten.
Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.Wat merkt je kind van de druppels en prikken tegen ziektes?
Na de druppels
Na de druppels kan je baby diarree krijgen. Ook kan je baby wat meer huilen dan normaal.
Na de prikken
Na de prikken is je kind misschien moe en wil het niets doen. Ook kan je kind koorts krijgen. Of het kan pijn krijgen op de plek van de prik. Dit is vervelend, maar het is niet erg en gaat vanzelf over.
Alleen van de prikken met een heel klein beetje van het virus kan je kind een beetje ziek worden. Dat is zo bij de prik tegen bof, mazelen of rodehond. Dit kan 5 tot 12 dagen na de prik gebeuren. Doordat er maar een heel klein beetje virus in de prik zit, krijgt je kind die ziektes niet erg. En je kind kan de ziekte niet aan anderen doorgeven (het is niet besmettelijk).
Bijna nooit erge bijwerkingen
Heel soms krijgt een kind een heftige klacht na een prik tegen ziektes. Bijvoorbeeld een koortsstuip of een allergische reactie. Dit gebeurt dan meteen na de prik of binnen een paar uur na de prik. Dit is heel zeldzaam.
Binnen 2 weken na de druppels tegen ernstige buikgriep kan je baby een ernstig probleem met de darmen krijgen. Ook dit is heel zeldzaam.
Bel direct je huisarts of de huisartsenpost als dit gebeurt. Heel soms moet je kind dan in het ziekenhuis behandeld worden.
Wanneer kan je kind de druppels en prikken niet krijgen?
Je kind kan de druppels niet krijgen in 1 of meer van deze situaties:
- Je kind is jonger dan 6 weken of ouder dan 24 weken.
- Je kind heeft een ziekte aan de darmen. Of iets in de darmen is anders dan bij andere kinderen.
Je kind kan de druppels en prikken niet krijgen in 1 of meer van deze situaties:
- Je kind heeft eerder een heftige allergische reactie van een prik gehad.
- Je kind is allergisch voor 1 van de stoffen in de prikken.
Overleg dan met de arts van het Centrum voor Jeugd en Gezin.
Twijfel je of je kind de druppels en prikken wel kan krijgen? Overleg dan ook met de arts van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Bijvoorbeeld in 1 of meer van deze situaties:
- Je kind heeft koorts (38 graden of hoger).
- Je kind heeft minder afweer door ziekte of medicijnen.
- Je kind krijgt een operatie op de dag van de prikken of binnen 2 dagen na de prikken.
- Je kind heeft een probleem met de bloedstolling.
- Je kind heeft epilepsie.
Meer informatie over prikken tegen ziektes
Meer informatie over prikken voor kinderen tegen ziektes vind je op:
- Rijksvaccinatieprogramma
- de website van Centrum voor Jeugd en Gezin in jouw regio
Heb je vragen, neem dan contact op met de GGD of het Centrum Jeugd en Gezin in je regio.
Over deze tekst
We hebben deze tekst gemaakt met informatie van het RIVM.
Lees wie de informatie op Thuisarts.nl maakt.
Lees wat een richtlijn is en hoe die wordt gemaakt.