In het kort
- Je kind krijgt uitnodigingen voor druppels of prikken tegen ziektes.
- De eerste uitnodiging krijgt je baby bij ongeveer 6 weken.
- De laatste uitnodiging krijgt je kind als het 14 jaar is.
- Meestal krijgt je kind een prik. Tegen ernstige buikgriep krijgt het druppels.
- De prikken en druppels zijn veilig. Ze beschermen tegen heel erge ziektes.
- Na de prikken kan je kind koorts krijgen of moe zijn.
Film
Download deze film
- Filmbestand mp4, 103mb
- Geluidsbestand voor als je slecht ziet of blind bent mp3, 6,6 mb
- Ondertitelingsbestand srt, 5 mb
- © 2012-2024 NHG | Gebruiksvoorwaarden
Wanneer krijgt je kind de uitnodigingen voor prikken?
Alle kinderen in Nederland worden uitgenodigd voor prikken tegen ziektes. Dit noemen we het Rijksvaccinatieprogramma.
Meestal krijgt je kind een prik. Tegen ernstige buikgriep krijgt je kind druppels in de mond.
Je kind krijgt de uitnodigingen van het Centrum voor Jeugd en Gezin als het ongeveer zo oud is:
- 6 weken
- 3 maanden
- 5 maanden
- 12 maanden
- 14 maanden
- 4 jaar
- 9 jaar
- 10 jaar
- 14 jaar
Tegen welke ziektes krijgt je kind prikken?
De prikken of druppels die je kind krijgt, beschermen tegen:
- ernstige buikgriep (rotavirus)
- difterie
- kinkhoest
- tetanus
- polio
- Haemophilus influenzae b
- hepatitis B
- pneumokokken
- bof
- mazelen
- rodehond
- meningokokken ACWY
- hpv
Deze ziektes komen door bacteriƫn of virussen. De ziektes kunnen gevaarlijk zijn. Daarom krijgt je kind de eerste uitnodiging al als het nog heel jong is.
Hoe werken de prikken en de druppels tegen ziektes?
In de prikken en druppels zitten dode of zwakke stukjes van een virus of bacterie. Of een beetje gif van een bacterie dat ongevaarlijk is gemaakt. Je kind wordt hier niet erg ziek van.
De prikken en druppels maken de afweer van je kind sterk. Dat betekent dat het lichaam goede weerstand heeft tegen een ziekte.
Als je kind een prik of druppels tegen een ziekte heeft gehad, dan wordt het niet erg ziek als het later besmet raakt met die ziekte. Dat komt omdat het lichaam de ziekte dan herkent. Het lichaam maakt dan snel stofjes tegen de ziekte. Dit noemen we afweerstoffen. De kans dat je kind ziek wordt, is daardoor veel kleiner. Als je kind toch ziek wordt, dan is het vaak minder erg.
Er zitten ook andere stofjes in de prik en in de druppels:
- stofjes die de afweer extra sterk maken
- stofjes waardoor de prik goed bewaard blijft
- stofjes die nodig zijn om de prik te maken
De prikken zijn heel goed getest en daardoor weten we dat ze veilig zijn.
Wat merkt je kind van de druppels en prikken tegen ziektes?
Na de druppels
Na de druppels kan je baby diarree krijgen. Ook kan je baby wat meer huilen dan normaal.
Na de prikken
Na de prikken is je kind misschien moe en wil het niets doen. Ook kan je kind koorts krijgen. Of het kan pijn krijgen op de plek van de prik. Dit is vervelend, maar het is niet erg en gaat vanzelf over.
Alleen van de prikken met een heel klein beetje van het virus kan je kind een beetje ziek worden. Dat is zo bij de prik tegen bof, mazelen of rodehond. Dit kan 5 tot 12 dagen na de prik gebeuren. Doordat er maar een heel klein beetje virus in de prik zit, krijgt je kind die ziektes niet erg. En je kind kan de ziekte niet aan anderen doorgeven (het is niet besmettelijk).
Bijna nooit erge bijwerkingen
Heel soms krijgt een kind een heftige klacht na een prik tegen ziektes. Bijvoorbeeld een koortsstuip of een allergische reactie. Dit gebeurt dan meteen na de prik of binnen een paar uur na de prik. Dit is gelukkig heel zeldzaam.
Binnen 2 weken na de druppels tegen ernstige buikgriep kan je baby een ernstig probleem met de darmen krijgen. Ook dit is heel zeldzaam.
Bel direct je huisarts of de huisartsenpost als dit gebeurt. Heel soms moet je kind dan in het ziekenhuis behandeld worden.
Waarom is het belangrijk dat je kind de prikken en druppels krijgt?
Door de prikken en de druppels maakt je kind afweerstoffen aan. Je kind is dan zo goed mogelijk beschermd tegen de ziektes.
Je kind maakt natuurlijk ook afweerstoffen als het de ziektes wel krijgt. Maar deze ziektes kunnen erg gevaarlijk zijn, soms ook voor gezonde kinderen. Daarom maken we de afweer van je kind liever sterk door de prikken en druppels.
Hoe meer kinderen er beschermd zijn, hoe minder kinderen deze ziektes krijgen. En hoe minder andere mensen besmet kunnen worden. Daarom helpen de prikken en druppels niet alleen jouw kind, maar ook anderen.
Sommige mensen denken dat autisme kan ontstaan door prikken tegen ziektes, maar dit is niet waar. Er is veel onderzoek gedaan waardoor we weten dat de prikken en autisme niks met elkaar te maken hebben.
Wanneer kan je kind de prikken niet krijgen?
Je kind kan de prikken niet krijgen als het eerder een heftige allergische reactie van een prik heeft gehad. Of als je kind allergisch is voor een van de stoffen in de prikken. Overleg dan met de arts van het Centrum voor Jeugd en Gezin.
Overleg ook met de arts van het Centrum voor Jeugd en Gezin bij 1 of meer van deze dingen:
- Je kind heeft koorts (38 graden of hoger).
- Je kind heeft minder afweer door ziekte of medicijnen.
- Je kind krijgt een operatie op de dag van de prikken of binnen 2 dagen na de prikken.
- Je kind heeft een probleem met de bloedstolling.
- Je kind heeft epilepsie.
- Je twijfelt of je kind de prikken wel kan krijgen.
Meer informatie over prikken tegen ziektes
Meer informatie over prikken voor kinderen tegen ziektes vind je op:
- Rijksvaccinatieprogramma
- de website van Centrum voor Jeugd en Gezin in jouw regio
Heb je vragen, neem dan contact op met de GGD of het Centrum Jeugd en Gezin in je regio.
De informatie over de prikken is gemaakt met informatie van het RIVM.