In het kort
- Chemoradiatie is een combinatie van bestraling en chemotherapie.
- U krijgt de behandelingen tegelijk.
- Door de chemotherapie reageren de kankercellen beter op de bestraling.
- Na chemoradiatie is slokdarmkanker meestal makkelijker te opereren.
- Bijwerkingen van chemoradiatie zijn bijvoorbeeld vermoeidheid, misselijkheid, pijn achter het borstbeen bij het slikken en moeite met slikken.
Wat is chemoradiatie bij slokdarmkanker?
Chemoradiatie is een combinatie van bestraling en chemotherapie. U krijgt deze behandelingen tegelijk. Door de chemotherapie reageren de kankercellen nog beter op de bestraling.
Krijgt u na de chemoradiatie een operatie? Dan is het de bedoeling dat de tumor kleiner wordt. De operatie wordt daardoor makkelijker. Ook is de kans dat slokdarmkanker terugkomt na de operatie kleiner. De behandeling bestaat dan uit 23 bestralingen in 4,5 week, gecombineerd met 5 kuren chemotherapie, 1x per week.
Krijgt u na de chemoradiatie géén operatie? Bijvoorbeeld omdat de tumor bij u hoog in de slokdarm zit? Dan duurt de chemoradiatie 6 of 7 weken.
Voorbereiding op chemoradiatie bij slokdarmkanker
- U krijgt eerst een CT-scan of een PET-CT-scan. Daarmee bepaalt de arts waar de bestraling moet komen. De arts of laborant maakt met de computer foto’s met röntgenstralen. Zo wordt zichtbaar waar de tumor zit.
- Bij een PET-CT-scan krijgt u een klein beetje radioactieve suiker in uw bloedvaten gespoten. Kankercellen verbruiken veel suiker. De radioactieve suiker laat dus zien waar de kankercellen zitten.
- Tijdens een CT-scan ligt u op een soort bed. U ligt hierbij in dezelfde houding als tijdens de bestraling: met uw handen boven uw hoofd.
U moet steeds precies op dezelfde plek bestraald worden. Daarom worden er lijntjes en stipjes op uw huid gezet. De scans doen geen pijn en zijn niet gevaarlijk.
- Na de scan maakt de arts een bestralingsplan. Daarin staat hoe vaak u bestraald wordt en vanuit welke richting.
- Ook gaat u op gesprek bij de oncoloog, internist of maag-darm-leverarts om de chemotherapie te bespreken. De arts stelt u vragen, u kunt vragen stellen en de arts doet eventueel nog onderzoek.
Wat kunt u zelf doen voor de chemoradiatie?
Probeer in een zo goed mogelijke conditie te zijn:
- Stop met roken.
- Beweeg voldoende. Een fysiotherapeut kan u helpen om genoeg te bewegen.
- Eet gezond. Het is belangrijk dat u genoeg voedingsstoffen binnen krijgt. Wanneer u te veel afvalt, kunt u ondervoed raken. U kunt advies krijgen van een diëtist.
Hoe gaat chemoradiatie bij slokdarmkanker?
Uw arts of de radioloog vertelt u hoe vaak u behandeld wordt en met welke middelen en dosering. Vaak begint u met de chemotherapie op de dag van de eerste bestraling.
- Bij bestraling worden met röntgenstralen zoveel mogelijk kankercellen vernietigd. De straling komt uit een stralingsapparaat. De bestraling wordt zo precies mogelijk gemikt op de kankercellen, maar de cellen eromheen worden voor een deel wel meebestraald.
- Bij niet-uitgezaaide slokdarmkanker krijgen de meeste mensen zo’n 23 bestralingen in 4,5 week.
- Bij kanker die hoog in de slokdarm zit, krijgen mensen vaak 6 of 7 weken bestraling.
- Bij chemotherapie krijgt u medicijnen die via het bloed bij de kankercellen komen. De medicijnen beschadigen de kankercellen.
- In de weken dat u bestraald wordt, krijgt u elke maandag of dinsdag chemotherapie. U moet daarvoor een paar uur in het ziekenhuis blijven. U krijgt een infuus.
Bijwerkingen van chemoradiatie
Bestraling en chemotherapie kunnen bijwerkingen geven. Doordat u een combinatie van de behandelingen krijgt, kunnen bepaalde bijwerkingen heviger zijn, bijvoorbeeld pijn.
Mogelijke bijwerkingen zijn:
- misselijkheid en braken
U krijgt tijdens de behandeling medicijnen die dit tegengaan. - pijn in de keel en de slokdarm
- moeite met slikken en voedsel dat moeilijk door uw slokdarm zakt
Uw slikklachten kunnen tijdelijk zelfs erger worden dan ze waren. Dat komt doordat het slijmvlies in de slokdarm geïrriteerd raakt door de bestraling. Ook kunnen er vochtophopingen in uw slokdarm ontstaan (oedeem). U kunt advies krijgen van een diëtist over wat u het beste kunt eten. Zijn de slikklachten heel erg, dan krijgt u tijdelijk een slangetje door uw neus naar de maag (sonde). Door het slangetje krijgt u vloeibare voeding. - vermoeidheid, tijdens chemoradiatie en ook nog lange tijd erna
- dunner haar
Bij deze vorm van chemotherapie wordt u niet kaal. - ontstaan van zeer taai slijm
- een rode verkleuring van de huid op de plek waar u bestraald bent. De plek kan ook jeuken of branderig aanvoelen.
De meeste klachten gaan meestal een aantal weken na de behandeling vanzelf over.
Na bestraling van de slokdarm kan er na een aantal weken littekenweefsel in de slokdarm ontstaan. Hierdoor ontstaat een vernauwing. Daardoor kan het eten minder goed zakken. De arts kan de slokdarm tijdens een kijkonderzoek oprekken.
Hoe gaat het verder na chemoradiatie?
Uw arts kan adviseren om ongeveer 5 weken na het einde van de behandeling weer een CT-scan te laten maken.
- Daarop is te zien hoe de tumor heeft gereageerd op de behandeling.
- Ook wordt duidelijk of er nog steeds geen uitzaaiingen zijn naar andere organen. Als er toch uitzaaiingen zijn, kunt u niet geopereerd worden.
Een team van artsen overlegt over uw situatie. Na dit overleg krijgt u een advies voor verdere behandeling. Samen met de arts beslist u over volgende stappen.
U heeft waarschijnlijk veel vragen en zorgen. Bijvoorbeeld over de behandeling, de operatie of het verloop van de ziekte als u niet meer kunt genezen. Die kunt u bespreken met uw maag-darm-leverarts, internist en/of uw huisarts. Ook contact met lotgenoten kan fijn zijn.
Meer informatie over slokdarmkanker
Voor meer informatie over slokdarmkanker kunt u terecht bij:
Voor lotgenotencontact kunt u terecht bij Stichting voor Patiënten met Kanker aan het Spijsverteringskanaal.
Informatie over ziekenhuizen die slokdarmkanker behandelen: Ziekenhuischeck.nl.
De teksten over slokdarmkanker zijn gemaakt met de richtlijn voor artsen over slokdarmkanker.