Ik krijg een slokdarmoperatie vanwege slokdarmkanker

In het kort

In het kort

  • Bij een operatie bij slokdarmkanker wordt bijna de hele slokdarm weggehaald.
  • Van de maag wordt een vervangende slokdarm gemaakt. Dit heet een buismaag.
  • Na chemoradiatie heeft u een paar weken om in een zo goed mogelijke conditie te komen:
    • Rook niet.
    • Beweeg genoeg.
    • Eet gezond.
  • Na de operatie ligt u op de intensive care.
  • Meestal kunt u na 10 dagen naar huis.
  • U komt om de 3 tot 6 weken op controle en krijgt begeleiding van een diëtist.
Wat is het

Wat houdt een operatie bij slokdarmkanker in?

Een slokdarmoperatie bij slokdarmkanker betekent dat bijna de hele slokdarm wordt weggehaald. Alleen het bovenste stuk van ongeveer 5 tot 10 centimeter blijft zitten.

De chirurg haalt ook een stuk van de maag weg. Van het achtergebleven stuk maag maakt de chirurg een vervangende slokdarm. Dit heet een buismaag.
Dan wordt de buismaag aan het achtergebleven stuk van de slokdarm vastgehecht. Soms gebruikt de chirurg een stuk darm om de slokdarm te vervangen.

Een operatie wordt alleen gedaan als er geen uitzaaiingen zijn naar andere organen. Ook is het belangrijk dat de tumor helemaal weggehaald kan worden.

Voorbereiding

Voorbereiding op een operatie bij slokdarmkanker

Chemoradiatie
De meeste mensen krijgen eerst een combinatie van chemotherapie en bestraling (chemoradiatie) voordat ze geopereerd worden. Dat is om de tumor kleiner te maken zodat de operatie makkelijker is.

Conditie verbeteren
Na de chemoradiatie heeft u een paar weken om in een zo goed mogelijke conditie te komen. Dat is belangrijk om de kans op problemen na de operatie te verkleinen. Een team van hulpverleners helpt u om:

  • te stoppen met roken. Roken vergroot de kans op problemen na de operatie, zoals een bloeding of de vorming van bloedstolsels (trombose).
  • voldoende te bewegen. Een fysiotherapeut helpt u om de training goed af te stemmen op uw situatie.
  • zo gezond mogelijk te eten. Eten en drinken kan door slokdarmkanker lastig zijn. U kunt advies krijgen van een diëtist.
    Gaat het slikken steeds slechter, dan kunt u drinkvoeding of een sonde krijgen. Dit is een slangetje dat via uw neus in uw maag komt. Hierdoor kan voeding direct in uw maag stromen.
    U kunt ook een infuus met voedingsstoffen krijgen.

Kans op ontstekingen verkleinen
Na een slokdarmoperatie heeft u meer kans op ontstekingen, zoals een longontsteking, een ontsteking van de operatiewond of een blaasontsteking.

Om de kans daarop te verkleinen:

  • kan de arts u een aantal middelen voorschrijven. Bijvoorbeeld antibiotica en een drankje met eiwitten en voedingsstoffen.
  • kunt u met een fysiotherapeut ademhalingsoefeningen doen. U leert hoe u na de operatie goed kunt ademhalen en hoesten.

Gesprek met anesthesioloog
Voor de operatie heeft u een gesprek met de arts die tijdens de operatie voor de narcose zorgt (anesthesioloog). De anesthesioloog geeft uitleg over de operatie en de narcose. Hij onderzoekt u om te bepalen welke narcose en medicijnen u nodig heeft. Soms is nog meer onderzoek nodig, bijvoorbeeld als u ook een long- of hartaandoening heeft.

Dag van de operatie

De dag van de slokdarmoperatie

Draag op de dag van de operatie:

  • geen sieraden
  • geen bodylotion
  • geen piercings
  • geen make-up
  • geen nagellak
  • geen kunstnagels

Krijgt u 's ochtends een operatie?

  • Dan moet u nuchter zijn. Dat betekent dat u na 0.00 uur de nacht ervoor niets meer mag eten.
  • Tot twee uur voor de operatie mag u nog heldere dranken drinken, zoals water en thee. Een slokje water voor het innemen van medicijnen of bij het tandenpoetsen mag altijd.

Krijgt u ’s middags een operatie?

  • Dan mag u in de ochtend misschien nog wat eten. U maakt daarover afspraken met uw arts.
  • Tot twee uur voor de ingreep mag u nog heldere dranken drinken, zoals water en thee. Een slokje water voor het innemen van medicijnen of bij het tandenpoetsen mag altijd
Verloop operatie

Hoe gaat een operatie bij slokdarmkanker?

Een verpleegkundige brengt u naar de operatiekamer. Daar krijgt u de narcose.

Narcose
De anesthesioloog brengt eerst een slangetje (katheter) tussen uw ruggenwervels aan. Door dat slangetje kan hij tijdens en na de operatie pijnstillende middelen toedienen.
Daarna krijgt u een infuusnaald in uw arm. Met deze naald krijgt u de narcose. U valt in slaap en voelt geen pijn tijdens de operatie.

De operatie
De operatie duurt meestal 4 tot 6 uur.

  • De chirurg maakt een snee in uw buik, in uw borstkas en soms in de hals. In sommige ziekenhuizen wordt deze operatie met een kijkoperatie gedaan. De arts hoeft dan maar kleine openingen in de huid te maken.
  • Dan haalt de chirurg de slokdarm, de weefsels en lymfeklieren erom heen weg. Ook snijdt de chirurg een stuk van de maag weg.
  • Van de maag maakt de chirurg een holle buis. Dit heet een buismaag. Dat is nodig omdat de maag anders niet aan het overgebleven stuk slokdarm vastgemaakt kan worden.
  • Soms gebruikt de chirurg een stuk darm. Bijvoorbeeld als iemand een maagverkleining heeft gehad.
  • Via de borstkas of de hals maakt de chirurg de buismaag of het stuk darm vast aan het achtergebleven deel van de slokdarm.
  • In de openingen in de hals, buik en de borstkas worden slangetjes (drains) aangebracht. Hierdoor kan het wondvocht en bloed na de operatie wegstromen.
  • De chirurg plaatst een slangetje in de dunne darm (voedingssonde). Na de operatie krijgt u daardoor voeding.

Het weggehaalde weefsel wordt onderzocht in het laboratorium door een patholoog-anatoom.

Risico's

Risico's van een slokdarmkanker

Een operatie bij slokdarmkanker geeft de volgende risico’s:

  • Ontstekingen, zoals een longontsteking, een ontsteking van de operatiewond of een urineweginfectie. U krijgt dan een antibioticakuur.
  • Lekkage van de aansluiting van de nieuwe slokdarm. U kunt dan koorts krijgen of zelfs ernstig ziek worden. Soms moet u opnieuw geopereerd worden.
  • Een hese stem. U kunt hees worden als tijdens de operatie een stembandzenuw is geraakt. Dit gaat meestal weer over na verloop van tijd.
  • Veel verlies van lymfevocht uit de wond door beschadiging van een lymfevat. Hierdoor verliest u veel eiwitten en vetten. U krijgt dan aangepaste voeding. Soms is een operatie nodig om het lymfevat dicht te maken.
  • Een bloedstolsel in het been of in de longen (trombose). U krijgt medicijnen om de kans daarop te verkleinen.
  • Een hartinfarct of hartritmestoornissen. Dit komt doordat tijdens de operatie een bepaalde zenuw geprikkeld kan worden.
  • Een nabloeding. U moet dan misschien weer geopereerd worden.
  • Overlijden. Ongeveer 3 tot 5 van de 100 mensen overlijden tijdens of korte tijd na een slokdarmoperatie. De kans is groter bij mensen met een hart- of longaandoening en mensen boven de 70 jaar.
Revalidatie

De eerste dagen na de slokdarmoperatie

Na de operatie heeft u veel verzorging nodig. Daarom gaat u eerst naar de intensive care afdeling. U blijft daar minstens 1 nacht. Het is niet te voorspellen wanneer u naar een gewone afdeling kunt. Dat hangt af van hoe snel u herstelt.
De verpleegkundigen komen vaak bij u kijken, ook ‘s nachts. Ze controleren bijvoorbeeld uw bloeddruk, de wonden en ze kijken of u goed doorademt en hoeveel pijn u heeft. Ook krijgt u injecties tegen de vorming van bloedstolsels (trombose).

U ligt na de operatie aan veel slangen:

  • U wordt misschien nog tijdelijk beademd. U krijgt daarvoor een buisje in uw keel. Daardoor kunt u niet praten. Zodra u zelf goed kunt ademen, kan het buisje er uit.
  • Er zit een plastic slangetje in uw neus dat naar de buismaag gaat (maagsonde). Via de maagsonde wordt het maagsap afgevoerd. Daardoor wordt u minder snel misselijk.
  • U heeft een slangetje tussen uw ruggenwervels. Daarmee kan de anesthesioloog pijnstilling geven.
  • U heeft 1 of meer infusen waarmee u vocht krijgt.
  • U heeft een slangetje van de blaas (urinekatheter) naar buiten. Uw urine wordt opgevangen in een zak.
  • Uit de wonden lopen slangetjes om wondvocht en bloed af te voeren (drains).
  • U krijgt voeding door een dun slangetje (sonde). Het slangetje gaat via uw buikwand naar de dunne darm. U mag na de operatie namelijk niet eten. De buismaag moet eerst genezen.

Bewegen
Het is na een slokdarmoperatie heel belangrijk dat u snel weer goed ademt. Daarvoor is het belangrijk dat u weer rechtop kunt zitten en dat u gaat bewegen. Bijvoorbeeld kleine stukjes lopen. Een fysiotherapeut kan u hierbij helpen.

Eten en drinken
In sommige ziekenhuizen worden er na een week foto’s gemaakt. Als de buismaag goed geneest en er geen lekkage is, kunt u beginnen met drinken. Een diëtist helpt u daarbij.

Uitslag weefselonderzoek
De patholoog heeft het weefsel onderzocht dat tijdens de operatie is weggehaald. Na ongeveer 7 tot 10 dagen krijgt u de uitslag van dat onderzoek.

Weer naar huis

Weer naar huis na een slokdarmoperatie

Mensen blijven gemiddeld 10 dagen in het ziekenhuis na een slokdarmoperatie. Wanneer u weer naar huis kunt, hangt af van uw herstel.

Voordat u naar huis kunt, is het belangrijk dat u:

  • voldoende op gewicht blijft.
    Het slangetje dat door uw buik naar uw dunne darm gaat, blijft nog zitten. Thuis krijgt u dus ook sondevoeding.
  • niet te veel pijn meer heeft.
    Misschien krijgt u thuis juist weer wat meer pijn doordat u meer beweegt. U kunt dan paracetamol gebruiken. Het is wel goed dat u meer beweegt.
  • thuis hulp heeft van een partner, familie, vrienden of de thuiszorg.
    Veel dingen kunt u nog niet zelf.

paracetamol

Paracetamol werkt pijnstillend en koortsverlagend.

Het is te gebruiken bij verschillende soorten pijn zoals, hoofdpijn, migraine, koorts, griep, verkoudheid, keelpijn, bijholteontsteking, middenoorontsteking, oorpijn door gehoorgangontsteking, artrose, spierpijn, gewrichtspijn en menstruatieklachten.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
Hoe gaat het verder

Hoe gaat het verder na een slokdarmoperatie?

Controles na de operatie
Een paar dagen nadat u naar huis bent gegaan, gaat u naar uw eerste controle in het ziekenhuis. De arts of verpleegkundige controleert de wonden. U bespreekt hoe het gaat.

Het is normaal dat u na de operatie gewicht verliest. Dat komt omdat voedsel nu sneller door het maag-darmkanaal gaat. De arts kijkt of u niet te veel bent afgevallen.

  • Meestal komt u de eerste periode om de 3 tot 6 weken op controle. Daarna om de 3 maanden.
  • In het 2e jaar heeft u elke 6 maanden controle.
  • Na 3 jaar komt u waarschijnlijk nog maar 2 keer per jaar op controle.
  • Na 5 jaar zijn controles niet meer nodig.

Tijdens de controles bespreken u en uw arts hoe het gaat en of u klachten heeft. Scans en andere onderzoeken zijn niet nodig. Behalve als u klachten heeft die bij slokdarmkanker horen.

Maakt u zich zorgen? Neemt u dan gerust al eerder contact op met uw arts.

Voeding
Als u na de operatie naar huis gaat, heeft u nog een voedingssonde. Een diëtist helpt u weer normale voeding te eten. U bouwt dit langzaam op.

U zult waarschijnlijk erg moeten wennen aan de buismaag. Ook kunt u klachten hebben, zoals terugstroom van maagzuur, diarree en misselijkheid na het eten (dumping). Vraag advies aan de diëtist hoe u deze klachten zoveel mogelijk kunt voorkomen.

Een paar adviezen:

  • Met een buismaag kunt u het beste kleine hoeveelheden eten, verspreid over de dag.
  • Het is belangrijk dat u goed rechtop zit tijdens het eten.
  • Drink voldoende bij het eten.
  • Eet geen voeding die de buismaag kan irriteren. Bijvoorbeeld chocolade, pepermunt, alcohol en dranken met koolzuur (prik).
  • Uw smaak kan veranderd zijn na de operatie. Ook heeft u misschien minder honger. De diëtist kan u vertellen hoe u toch voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt.

Na verloop van tijd raken uw darmen waarschijnlijk meer gewend aan de buismaag. U krijgt dan minder klachten. Ook krijgt u waarschijnlijk weer meer eetlust en komt uw smaak terug.

Slapen
Met een buismaag kunt u het beste halfzittend slapen. Dat voorkomt dat er voedsel omhoog komt. Ook dit kan in het begin erg wennen zijn. U kunt de volgende dingen proberen:

  • een bed met verstelbare bodem
  • klossen onder het hoofdeinde van het bed
  • kussens of schuimrubber onder het matras
Wanneer bellen

Wanneer contact opnemen na een slokdarmoperatie?

Neem contact op met uw arts bij:

  • koorts
  • rillingen
  • een bloeding van de wond
  • buikpijn of een opgezwollen buik
  • misselijkheid of overgeven
  • hoesten of kortademigheid
  • rode en pijnlijke huid rond de operatiewonden
  • vocht of pus uit de operatiewonden

Ook weken na de operatie kunt u klachten krijgen. U kunt bijvoorbeeld weer moeite met slikken krijgen. Dit komt meestal door littekenweefsel in de buismaag.
De arts kan de vernauwing in de buismaag oprekken tijdens een kijkonderzoek (endoscopie). De klachten gaan dan weg.

Meer informatie

Meer informatie over een slokdarmoperatie

Voor meer informatie over de operatie bij slokdarmkanker kunt u terecht bij:

Voor lotgenotencontact kunt u terecht bij de Stichting voor Patiënten met Kanker aan het Spijsverteringskanaal. Deze stichting heeft ook een folder over het leven met een buismaag.

Informatie over ziekenhuizen die slokdarmkanker behandelen: Ziekenhuischeck.nl.

We hebben deze teksten over slokdarmkanker gemaakt met de richtlijn voor artsen over slokdarmkanker.

Deze tekst is aangepast op
FMS

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?