Er wordt onderzocht hoe ernstig slokdarmkanker bij mij is

In het kort

In het kort

  • U krijgt een aantal onderzoeken om het stadium van de slokdarmkanker te kunnen bepalen, zoals een endo-echografie of een CT-scan.
  • Het stadium zegt iets over hoe ver de tumor in de slokdarm is gegroeid en of er uitzaaiingen zijn.
  • Bij niet-uitgezaaide slokdarmkanker zijn behandelingen om te genezen mogelijk.
  • Bij uitgezaaide slokdarmkanker kan een behandeling de klachten verminderen en de ziekte afremmen. U kunt dan niet genezen.
Wat is het

Wat is slokdarmkanker?

De slokdarm is een soort buis tussen de keel en de maag. Als u voedsel doorslikt, gaat het door de slokdarm naar de maag. Bij slokdarmkanker zit er een kwaadaardig gezwel (tumor) in de slokdarm.

De tumor kan door de slokdarmwand heen groeien. Ook kunnen er kankercellen losraken van de tumor. Ze kunnen via het bloed of de lymfevaten in andere organen terechtkomen. Bijvoorbeeld in de longen, de lever of in de hersenen. Daar kunnen de cellen uitgroeien tot een uitzaaiing.

Er zijn verschillende soorten slokdarmkanker. De meest voorkomende zijn:

  • Het adenocarcinoom. Deze tumor ontstaat bijna altijd onderin de slokdarm. De meeste adenocarcinomen ontstaan uit een zogeheten barrett-slokdarm. Bij een barrett-slokdarm is het slijmvlies in de slokdarm veranderd. Dat kan gebeuren als iemand jarenlang voortdurend last heeft van brandend maagzuur.
  • Het plaveiselcarcinoom. Deze tumor ontstaat in de bovenste laag van het slijmvlies in de slokdarm. Een plaveiselcelcarcinoom ontstaat meestal bovenin of middenin de slokdarm.

Slokdarmkanker komt vooral voor bij mensen boven de 60 jaar. Slokdarmkanker komt bij mannen 3 keer zo vaak voor als bij vrouwen.

Stadia

Stadia van slokdarmkanker

U kunt slokdarmkanker hebben in een laag stadium of in een hoog stadium. Het stadium zegt iets over hoe ver de tumor in de wand van de slokdarm is gegroeid en of er uitzaaiingen zijn.

De slokdarm bestaat uit een aantal lagen. De slokdarm is bedekt met slijmvlies. Meestal begint slokdarmkanker in dat slijmvlies of in de bindweefsellaag. Hoe dieper de tumor door de slokdarmwand heen is gegroeid, hoe verder de ziekte is.

  • Stadium 0: De tumor zit alleen in de slijmvlieslaag van de slokdarm.
  • Stadium I: De tumor zit alleen in de binnenste laag of de spierlaag van de slokdarm.
  • Stadium II A: De tumor is tot in de buitenste laag van de slokdarmwand gegroeid, maar er zijn geen uitzaaiingen in de lymfeklieren.
  • Stadium II B: De tumor zit alleen in de binnenste laag of spierlaag van de slokdarm. Er zijn wel uitzaaiingen gevonden in 1 of 2 lymfeklieren die in de buurt van de tumor liggen.
  • Stadium III kan 3 dingen betekenen:
    • De tumor zit alleen in de binnenste laag of spierlaag van de slokdarm, maar er zijn uitzaaiingen in 3 of meer lymfeklieren die in de buurt van de tumor liggen. Of:
    • De tumor is tot in de buitenste laag van de slokdarmwand gegroeid en er zijn uitzaaiingen in 1 of meer lymfeklieren in de buurt van de tumor. Of:
    • De tumor is door de slokdarmwand heen gegroeid én in weefsels of organen rondom de slokdarm. Er kunnen ook uitzaaiingen zijn in de lymfeklieren in de omgeving van de tumor.
  • Stadium IV: De tumor is uitgezaaid naar de lymfeklieren op andere plekken in het lichaam, of naar andere organen, zoals de longen, de lever of de botten.
Onderzoeken

Hoe wordt onderzocht hoe ernstig slokdarmkanker bij mij is?

U krijgt een aantal onderzoeken om te zien hoe ernstig de slokdarmkanker is. Dat is belangrijk voor de behandelmogelijkheden.

  • Endo-echografie. Dit is een combinatie van een kijkonderzoek met een echografie. De arts in het ziekenhuis doet een kijkonderzoek (gastroscopie) met een flexibele slang waar een camera en een echoapparaatje aan vastzit. Hiermee is goed te zien hoe ver de tumor is doorgegroeid in de slokdarmwand en eventueel in andere organen. Ook uitzaaiingen in de lymfeklieren zijn hiermee goed te zien.
  • Echo-onderzoek van de hals. Bij dit onderzoek beweegt de specialist of laborant een apparaatje met een ronde ‘kop’ over de lymfeklieren in de hals. Op een beeldscherm is dan te zien of er uitzaaiingen zijn. Een echo doet geen pijn en is niet gevaarlijk.
  • Punctie. Bij een punctie haalt een arts of laborant wat weefsel weg met een naald. Bijvoorbeeld uit de lever of de lymfeklieren in de hals. Dit weefsel wordt vervolgens onderzocht in het laboratorium. Meestal wordt een punctie gedaan tijdens een echografie.
  • CT-scan. De arts of laborant maakt met de computer doorsnedefoto’s van bepaalde organen. Zo wordt zichtbaar waar tumoren en uitzaaiingen zitten. Dat gebeurt met röntgenstralen. Het apparaat heeft een ronde ‘poort’ waar u doorheen wordt geschoven op een soort bed. Het onderzoek doet geen pijn en is niet gevaarlijk. Soms krijgt u een contrastvloeistof in de aderen. Dan worden de foto’s duidelijker.
  • PET-CT-scan. Kankercellen verbruiken meer suiker dan normale cellen. Bij een PET-CT-scan krijgt u een injectie met een beetje radioactieve suiker. Dit is niet gevaarlijk. De plaatsen waar kankercellen zitten, kunnen zo worden opgespoord.
  • Kijkonderzoek in de luchtwegen (bronchoscopie). De arts bekijkt de binnenkant van de luchtpijp en longen met een camera die vastzit aan een flexibele slang. De arts kan zien of er uitzaaiingen in de luchtwegen zitten. Ook kan hij stukjes weefsel weghalen voor onderzoek in het laboratorium.
  • Een kijkoperatie in de buik. Soms is een kijkoperatie (laparoscopie) nodig om te kijken hoe erg de slokdarmkanker is. Voor dit onderzoek krijgt u een narcose.
Hoe gaat het verder

Hoe gaat het verder als duidelijk is hoe ernstig slokdarmkanker bij mij is?

Na de onderzoeken hoort u van de arts hoe ver de tumor in de slokdarmwand is doorgegroeid en of er uitzaaiingen zijn. Ook bespreekt de arts met u wat de behandelmogelijkheden in uw situatie zijn. Dat hangt af van het stadium van de ziekte en van uw lichamelijke conditie.

Het is een grote schok als u hoort dat u slokdarmkanker heeft. U heeft waarschijnlijk veel vragen en zorgen. Bijvoorbeeld over de behandeling, de operatie of het verloop van de ziekte als u niet meer kunt genezen. Die kunt u bespreken met uw maag-darm-leverarts, internist en/of uw huisarts. Ook contact met lotgenoten kan fijn zijn.

Meer informatie
Deze tekst is aangepast op
FMS

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?