Ik heb slokdarmkanker en kan niet meer beter worden

In het kort

In het kort

  • Praat over wat je belangrijk vindt in de laatste fase van je leven. Bijvoorbeeld met je arts en de mensen van wie je houdt.
  • Er zijn behandelingen om te zorgen dat de kanker minder snel groeit. Of die je klachten minder maken.
  • Samen met je arts kijk je welke behandelingen je kunt krijgen en wat jij zelf wilt.
Praten over je wensen als je niet meer beter kunt worden

Praten over je wensen als je niet meer beter kunt worden

Het is erg moeilijk om te horen dat je niet meer beter kunt worden. De toekomst is onzeker. Je weet niet hoe lang je de dingen kunt blijven doen die je wilt doen.

Praat over wat jij belangrijk vindt in je laatste levensfase. Bijvoorbeeld met je familie, vrienden en met de arts. Het geeft rust als de mensen om je heen en je arts weten wat jij wilt. Zij kunnen je dan helpen bij de keuzes die je moet maken. Ook kunnen ze je de zorg geven die bij jou past.

Denken en praten over doodgaan is voor de meeste mensen niet makkelijk. Voor jezelf en de mensen om je heen is het vaak moeilijk om erover te beginnen. De keuzehulp over je wensen voor zorg en behandeling kan je helpen.

Het kan ook fijn zijn om te praten met andere mensen met slokdarmkanker. Dit kan bijvoorbeeld via de Stichting voor Patiënten met Kanker aan het Spijsverteringskanaal (SPKS).

Wat kun je merken als je slokdarmkanker hebt en niet meer beter kunt worden?

Wat kun je merken als je slokdarmkanker hebt en niet meer beter kunt worden?

Is de kanker gegroeid of naar andere delen van je lichaam gegaan? Dan kun je bijvoorbeeld deze klachten krijgen:

  • Je hebt moeite met slikken.
  • Je eten zakt niet meer goed in de slokdarm.
  • Je hebt pijn in het midden van je borst, achter je borstbeen.
  • Je poep is zwart.
  • Je spuugt bloed.
  • Je valt af.
  • Je hebt minder trek in eten.
  • Je bent misselijk.
  • Je geeft over.
  • Je hebt pijn in je buik.
  • Je huid of oogwit is geel.
  • Je buik wordt dikker.
  • Je haalt snel adem of ademhalen gaat moeilijk.
  • Je bent erg moe.

Je kunt ook psychische klachten hebben. Zoals bang, somber of verdrietig zijn. Of je kunt slaapproblemen hebben.

Wat kun je doen bij pijn als je slokdarmkanker hebt en niet meer beter kunt worden?

Wat kun je doen bij pijn als je slokdarmkanker hebt en niet meer beter kunt worden?

Slokdarmkanker kan pijn geven. Pijn kan komen door de kanker in de slokdarm, de uitzaaiingen en de behandeling. Je kunt bijvoorbeeld pijn krijgen door bestraling.

Er zijn verschillende manieren om je pijn minder te maken. Kijk wat je zelf kunt doen bij pijn bij kanker.

Bespreek met je arts welke behandelingen tegen de pijn je wilt en kunt krijgen. Samen kijken jullie welke behandelingen bij jou werken.

Eten en drinken als je slokdarmkanker hebt en niet meer beter kunt worden

Eten en drinken als je slokdarmkanker hebt en niet meer beter kunt worden

Als je niet meer beter kunt worden, heb je misschien minder zin in eten of kun je moeilijk eten. Hierdoor kun je afvallen en te weinig voedingsstoffen binnenkrijgen.

Eet en drink wat goed voelt en wat de minste klachten geeft. Een diëtist kan je bijvoorbeeld helpen bij deze dingen:

  • Bij welk eten en drinken voel je je het fijnst?
  • Welk eten en drinken geeft de minste klachten?
  • Wat kun je eten of drinken als je snel vol zit of misselijk bent?
  • Wat kun je eten of drinken als je eten niet goed zakt?
Behandeling kiezen als je slokdarmkanker hebt en niet meer beter kunt worden

Behandeling kiezen als je slokdarmkanker hebt en niet meer beter kunt worden

Als je niet meer beter kunt worden, kun je een behandeling krijgen om te zorgen dat de kanker minder snel groeit. Of tegen de klachten die je hebt. Deze behandelingen zijn er:

  • bestraling
  • chemotherapie met of zonder immuuntherapie of doelgerichte therapie
  • een buisje in de slokdarm

Samen met de arts bespreek je welke behandelingen je kunt krijgen. Dit hangt af van waar de kanker zit en hoe fit je bent. En of immuuntherapie of doelgerichte therapie bij jou kan helpen. Maar ook van wat je zelf wilt.

  • Vraag gerust wat in jouw situatie de voordelen en nadelen zijn. Een behandeling kan bijvoorbeeld zwaar zijn, bijwerkingen geven en tijd en energie kosten.
  • Bespreek met de arts en de mensen van wie je houdt wat belangrijk voor je is.
  • Je beslist altijd zelf of je een behandeling wilt.
  • Je kunt op elk moment weer beslissen om te stoppen met de behandeling.
Chemotherapie als je slokdarmkanker hebt en niet meer beter kunt worden

Chemotherapie als je slokdarmkanker hebt en niet meer beter kunt worden

Chemotherapie is een behandeling met medicijnen. Deze medicijnen kunnen ervoor zorgen dat de kanker minder snel groeit. Ook kunnen ze je klachten minder maken. Chemotherapie is een zware behandeling. Je kunt bijwerkingen krijgen. Welke bijwerkingen je krijgt en hoe erg ze zijn, verschilt per persoon en per medicijn.

Chemotherapie met immuuntherapie of doelgerichte therapie

Soms kun je naast chemotherapie ook immuuntherapie of doelgerichte therapie krijgen. Bij immuuntherapie krijg je het medicijn pembrolizumab of nivolumab. Bij doelgerichte therapie krijg je het medicijn trastuzumab. Samen met chemotherapie kan dit medicijn ervoor zorgen dat de kanker minder snel groeit.

Immuuntherapie en doelgerichte therapie kunnen bijwerkingen geven. Je bespreekt deze met je arts.

nivolumab

Nivolumab is een monoklonaal antilichaam. Dit is een doelgerichte kankerremmende stof ('targeted therapy'). Het versterkt het effect van de eigen afweercellen tegen kankercellen.

Artsen schrijven het voor bij bepaalde vormen van huidkanker (melanoom), slokdarmkanker, maagkanker, kanker van het hoofd- en halsgebied, longkanker, niercelkanker, kanker van de dikke darm en endeldarm, blaaskanker, kanker aan het longvlies (mesothelioom) of lymfeklierkanker.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

pembrolizumab

Pembrolizumab is een monoklonaal antilichaam. Het versterkt het effect van de eigen afweercellen tegen kankercellen (immunotherapie).

Artsen schrijven het voor bij bepaalde vormen van kanker van de huid (melanoom of plaveiselcel-carcinoom), longen, blaas, lymfeklieren (ziekte van Hodgkin), nieren en bij kanker van de maag, slokdarm, dunne darm, dikke darm en de endeldarm, bij galwegkanker, bij borstkanker, bij baarmoederhalskanker en bij kanker van het slijmvlies van de baarmoeder (endometriumcarcinoom).

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

trastuzumab

Trastuzumab is een monoklonaal antilichaam. Dit is een doelgerichte kankerremmende stof ('targeted therapy'). Het kan aan onderdelen van een kankercel vast gaan zitten en deze daardoor onschadelijk maken.

Artsen schrijven het voor bij bepaalde vormen van borstkanker en maagkanker.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
Bestraling als je slokdarmkanker hebt en niet meer beter kunt worden

Bestraling als je slokdarmkanker hebt en niet meer beter kunt worden

Bij bestraling maken röntgenstralen zoveel mogelijk kankercellen kapot. Hierdoor kan de kanker kleiner worden en kun je minder klachten krijgen.

Je klachten kunnen door de bestraling wel tijdelijk erger worden. Ook kun je andere vervelende klachten krijgen, zoals misselijk of moe zijn. Vaak gaan de meeste klachten binnen een paar weken vanzelf over.

Door de bestraling kun je littekens krijgen in je slokdarm. Hierdoor kan de slokdarm smaller worden. De arts kan de slokdarm dan voorzichtig wijder maken.

Een buisje in de slokdarm als je slokdarmkanker hebt en niet meer beter kunt worden

Een buisje in de slokdarm als je slokdarmkanker hebt en niet meer beter kunt worden

Als de kanker in de slokdarm groeit, kun je het gevoel krijgen dat je eten niet goed zakt. Dan kan de arts een soort buisje in de slokdarm plaatsen (een stent). Dit gebeurt tijdens een kijk-onderzoek. Je kunt tijdens dit onderzoek medicijnen krijgen om rustig of slaperig te worden.

De arts laat een opgevouwen buisje los op de plek waar de kanker zit. Binnen 1 of 2 dagen gaat het buisje in de slokdarm open. De slokdarm wordt daardoor iets wijder. Eten kan dan weer beter door de slokdarm heen. Totdat het buisje helemaal open is, kun je pijn in het midden van je borst hebben, achter je borstbeen.

Hoe gaat het verder als je slokdarmkanker hebt en niet meer beter kunt worden?

Hoe gaat het verder als je slokdarmkanker hebt en niet meer beter kunt worden?

De meeste behandelingen zijn zwaar. Bijvoorbeeld door de bijwerkingen. Je kunt op elk moment stoppen met een behandeling. Het is belangrijk om samen met je arts te kijken of een behandeling meer nadelen dan voordelen heeft.

  • De behandeling kan te zwaar worden.
  • De behandeling kan minder goed gaan werken.
  • Misschien wil je niet meer naar het ziekenhuis.
  • Of je vindt andere dingen belangrijker. Bijvoorbeeld om de tijd die je nog hebt zo fijn mogelijk te maken.

Praat hier ook over met de mensen om je heen, zoals je partner, kinderen of vrienden.

Als je slokdarmkanker hebt en niet meer beter kunt worden, gaat het vaak snel slechter met je. Aan het einde van je leven zal je arts ervoor zorgen dat je zo min mogelijk last hebt van je klachten.

Meer informatie over slokdarmkanker
FMS
Deze tekst is aangepast op