In het kort
- Als je kind niet naar school wil, kan dat komen door angst.
- Bijvoorbeeld angst voor wat anderen van je kind vinden.
- Misschien is je kind bang om zonder jou te zijn. Of om gepest te worden.
- Praat met je kind over waarom het niet naar school wil.
- Moedig je kind aan om dingen te doen die het spannend vindt.
- Soms is gedragstherapie nodig. Je kind oefent dan met situaties die het moeilijk vindt.
Waarom wil je kind niet naar school?
Als je kind niet naar school wil, is het belangrijk om te kijken hoe dat komt.
Er kunnen allerlei oorzaken zijn:
- Misschien heeft je kind gewoon geen zin in school.
- Misschien is je kind onrustig en kan je kind moeilijk stil zitten. Of misschien is je kind snel boos, waardoor het snel ruzie krijgt op school.
- Misschien heeft je kind een probleem met drugs of alcohol.
- Misschien heeft je kind last van angst.
Voorbeelden van angst zijn:
- bang voor de reacties van anderen
- angst om zonder ouders of verzorgers te zijn
- angst voor paniekaanvallen
- angst om te praten in bepaalde situaties
- als je kind gepest werd: angst om weer gepest te worden
Hulp als je kind niet naar school wil
Vraag hulp als je kind niet naar school wil:
- Praat met de leerkracht of de mentor van je kind.
- En maak een afspraak met de huisarts, jeugdarts of jeugdverpleegkundige.
- Samen kun je bespreken wat je kunt doen om ervoor te zorgen dat je kind snel weer naar school gaat.
Wat kun je doen als je kind niet naar school wil door angst?
Als je kind niet naar school wil door angst, kun je je kind helpen door deze dingen te doen:
Erover praten
- Neem de angst van je kind serieus.
- Praat erover. Laat weten dat je wilt helpen.
- Probeer rustig te blijven als je kind heel bang is.
- Laat merken dat je veel vertrouwen hebt in je kind, zonder dat je dat steeds zegt.
- Vertel op school over de angst van je kind. Dan kunnen ze je kind ook daar helpen.
- Wil je kind niet met jou over de angst praten? Laat je kind dan met iemand anders praten. Of maak een afspraak met de huisarts.
Oefenen met spannende dingen
- Bedenk samen met je kind dingen die je kind kan doen in spannende situaties. Bijvoorbeeld aan iets anders denken of rustig ademen.
- Dwing je kind niet om iets te doen.
- Geef je kind een compliment als het iets doet wat het spannend vindt.
- Doe positief gedrag voor. Laat zien dat jij ook dingen doet die je spannend vindt. En dat je daarvan leert.
- Help je kind om de angst te overwinnen met kleine stappen. Durft je kind bijvoorbeeld geen spreekbeurt te houden voor de klas? Regel dan met school dat je kind die spreekbeurt eerst mag houden voor een paar vrienden of vriendinnen.
Contact met elkaar en met andere kinderen
- Zorg voor een goede sfeer in huis, met aandacht voor elkaar.
- Zorg voor duidelijke regels en maak afspraken met elkaar.
- Doe leuke dingen met elkaar.
- Zorg dat je kind genoeg contact heeft met kinderen die ongeveer even oud zijn.
Gezond leven
- Zorg dat je kind gezond eet, genoeg ontspant en genoeg slaapt.
- Laat je kind fietsen, buiten spelen en sporten.
- Laat je kind muziek maken, dansen of toneel spelen.
- Let erop dat je kind geen alcohol of drugs gebruikt.
Behandeling als je kind niet naar school wil door angst
Wil je kind niet naar school door angst? En helpen de adviezen tegen angst niet genoeg? Dan kan de huisarts of de jeugdarts je kind doorsturen naar een psycholoog. Je kind gaat oefenen met moeilijke situaties. Dit kan in een groep met andere kinderen, of alleen met de psycholoog.
Eerst praat de psycholoog met je kind over de angst. Wat lukt niet meer door de angst? En wat wil je kind bereiken met de therapie?
Wat je kind gaat leren met therapie
Dit gebeurt er bij de therapie:
- Je kind krijgt informatie over de angst en over de behandeling.
- Je kind leert de situaties herkennen waarin het bang wordt.
- Je kind leert wat het in die situaties kan doen. Bijvoorbeeld een oefening om te ontspannen. Of iets anders gaan doen.
- Je kind leert anders over die situaties te denken door erover te praten.
- Je kind leert anders over die situaties te denken door ermee te oefenen. Tijdens de therapie, maar ook thuis of op school.
Per angststoornis kan de behandeling iets verschillen.
Deze therapie heet cognitieve gedragstherapie.
Ook informatie voor ouders
Als ouder krijg je ook informatie. Ook denk je mee over oefeningen die je kind kan gaan doen. Je kunt je kind aanmoedigen en ook dapper gedrag belonen.
Na de therapie
Na de therapie komen je kind en jij meestal nog een paar keer terug bij de psycholoog. Dat helpt je kind om het gedrag dat het geleerd heeft ook vol te houden.
Hoe gaat het verder als je kind niet naar school wil door angst?
Bij veel kinderen helpt therapie. De angst wordt minder.
De angst kan wel terugkomen. Bespreek met de arts of psycholoog wat je dan kunt doen. Dit zet je samen in een plan:
- hoe jij en je kind kunnen merken dat de angststoornis misschien terugkomt
- wat jij en je kind dan kunnen doen: wat hielp bijvoorbeeld tijdens de therapie?
- wie je kunt bellen als het niet goed gaat met je kind
Meer informatie over angst bij kinderen
- Filmpjes, info en tips voor kinderen van 6 tot 12 jaar: bibbers.nl.
- Informatie voor oudere kinderen: website van de ADF Stichting.
- Informatie over therapie bij angst: MIND.
We hebben deze tekst gemaakt met: