Ik krijg onderzoeken om te weten of ik een groter risico heb om een bot te breken

In het kort

In het kort

  • Je arts kan je doorsturen om te onderzoeken of je een groter risico hebt om een bot te breken.
  • Je krijgt deze onderzoeken:
    • scan van je botten
    • bloedonderzoek
    • onderzoek naar je kans om te vallen
  • Samen met de arts kun je iets doen om je risico om een bot te breken kleiner te maken.
Waarom krijg je onderzoeken om te weten of je een groter risico hebt om een bot te breken?

Waarom krijg je onderzoeken om te weten of je een groter risico hebt om een bot te breken?

Als je weet dat je een groter risico hebt om een bot te breken, is het mogelijk dit risico kleiner te maken. Je risico kleiner maken is belangrijk. Want als je een bot breekt, kan dat ernstige gevolgen hebben. Bijvoorbeeld:

  • Je hebt een veel groter risico om weer een bot te breken.
  • Je kunt niet meer goed voor jezelf zorgen.
  • Je kunt niet meer thuis wonen.
  • Je kunt eraan overlijden.
    Bijvoorbeeld als je op latere leeftijd je heup of ruggenwervel breekt.

Je huisarts of arts in het ziekenhuis kan je daarom doorsturen voor onderzoeken. Om te weten hoe groot jouw risico is. En om te weten wat je het beste kunt doen om dit risico kleiner te maken.

Wie krijgt onderzoek naar het risico om een bot te breken?

Wie krijgt onderzoek naar het risico om een bot te breken?

Als je ouder wordt, wordt het risico groter dat je een bot breekt. Bij sommige mensen is dit risico extra groot. Bijvoorbeeld omdat ze botontkalking hebben. Of omdat ze bepaalde medicijnen gebruiken.

Je kunt onderzoeken krijgen naar je risico om een bot te breken als 1 van deze dingen voor jou klopt:

  • Je bent ouder dan 50 jaar. En je hebt in de afgelopen 2 jaar een bot gebroken.
  • Je gebruikt langer dan 3 maanden prednison als pillen of via een slangetje in je bloedvat (infuus).
  • Je bent ouder dan 60 jaar. En je arts denkt dat je een groter risico hebt om een bot te breken.

Je arts kan je doorsturen voor de onderzoeken. Of je krijgt een uitnodiging van het ziekenhuis of een kliniek voor medisch onderzoek om de onderzoeken te krijgen.

prednison

Prednison is een bijnierschorshormoon, ook wel corticosteroïd genoemd.
Bijnierschorshormonen remmen ontstekingen en overgevoeligheidsreacties. Ze zijn ook nodig om energie, mineralen en zouten vrij te maken en op te slaan.

Artsen schrijven prednison voor bij:

  • Ziektes met ernstige ontstekingen. Bijvoorbeeld luchtwegontstekingen (zoals COPD), reumatische aandoeningen (zoals reuma, polymyalgie en jichtaanvallen), darmziekten (namelijk colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn), het syndroom van Sjögren, bepaalde oogontstekingen, clusterhoofdpijn, lupus erythematodes (LE), ernstige huidontstekingen (zoals bij lepra), bepaalde bloedziekten (zoals de bloedstollingsziekte ITP), de ziekte van Duchenne (spierziekte), Bellverlamming (een vorm van gezichtsverlamming), bij nierziektes, zoals het nefrotisch syndroom en bij netelroos. Ook bij ontstekingen bij tuberculose (van het hartzakje en van de hersenen).
    Bij ontstekingsziekten wordt het op verschillende manieren gebruikt: in een hoge dosering voor een paar dagen tot weken (stootkuur) en in een lagere dosering voor meerdere maanden (langdurige behandeling). Artsen schrijven het meestal voor als stootkuur.
  • Prednison wordt ook gebruikt om afstotingsreacties tegen te gaan. Na orgaantransplantaties en als onderdeel van een behandeling bij kanker.
  • Ook wordt het gebruikt om een tekort aan lichaamseigen bijnierschorshormonen aan te vullen. Zoals bij de bijnierziekten de ziekte van Addison, de ziekte van Cushing en het adrenogenitaal syndroom. Als het op deze manier gebruikt wordt heet het substitutietherapie.

Ziektes waarbij prednison wordt gebruikt zijn:

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
Welke onderzoeken krijg je om te weten of je een groter risico hebt om een bot te breken?

Welke onderzoeken krijg je om te weten of je een groter risico hebt om een bot te breken?

Je krijgt deze onderzoeken krijgen om te weten of je een groter risico hebt om een bot te breken:

  • scan van je botten
    Bij de scan wordt gemeten hoe stevig je botten zijn en hoe hoog je ruggenwervels zijn.
  • bloedonderzoek
  • onderzoek naar je kans om te vallen

Je kunt deze onderzoeken krijgen in het ziekenhuis. Of in een kliniek voor medisch onderzoek. De arts die de onderzoeken doet, bespreekt met je welke onderzoeken bij jou nodig zijn.

Hoe gaat een scan van je botten?

Hoe gaat een scan van je botten?

Meten hoe stevig je botten zijn

Bij een scan van je botten lig je op je rug op een onderzoekstafel. Een speciaal röntgenapparaat maakt foto’s van je heupen en rug.
De straling bij dit onderzoek is heel veel minder dan bij een gewone röntgenfoto van je rug.

Met de scan is te meten hoe stevig je botten zijn. Normaal bot is stevig en heeft kleine openingen. Grotere openingen in het bot betekent minder stevig. Dit kun je zien op de afbeelding:

Als jij grotere openingen in je botten hebt dan de meeste mensen van jouw leeftijd en geslacht hebben, heb je botontkalking.

De scan van je botten heet een botdichtheids-meting of DEXA-scan.

Hoogte van je wervels meten

Het apparaat maakt ook een foto van je ruggenwervels. Hierop is te zien hoe hoog je ruggenwervels zijn. Zo is te zien of je een wervel hebt gebroken.

Dit onderzoek heet een wervelhoogte-meting of VFA.

Tijd

De onderzoeken duren samen tussen de 10 en 20 minuten. Erna kun je meteen naar huis.

Hoe gaat een bloedonderzoek?

Hoe gaat een bloedonderzoek?

Meestal moet je ook bloed laten prikken. Je bloed wordt onderzocht in het laboratorium.
In je bloed is bijvoorbeeld te zien of er genoeg kalk in je lichaam zit. En of je genoeg vitamine D hebt. Vitamine D zorgt ervoor dat je lichaam kalk uit je eten haalt.

Soms wordt een oorzaak voor botontkalking in je bloed gevonden. Daartegen kun je dan een behandeling krijgen.

vitamine D

Vitamine D (colecalciferol) zorgt voor de opname van kalk en fosfaat uit het voedsel. Kalk en fosfaat zijn nodig voor een goede opbouw van botten en gebit.

Het is te gebruiken bij vitaminegebrek en bij botontkalking.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
Hoe gaat een onderzoek naar je kans om te vallen?

Hoe gaat een onderzoek naar je kans om te vallen?

Een arts of verpleegkundige onderzoekt of jij een grotere kans hebt om te vallen. Bijvoorbeeld als je al vaker bent gevallen. Of als je een bot hebt gebroken tijdens een val.
Als je vaker valt, is de kans ook groter dat je een bot breekt.

Jullie bespreken bijvoorbeeld deze dingen:

  • welke medicijnen je gebruikt
  • of je 1 of meer ziektes hebt
  • of je goed ziet of een bril draagt
  • of je duizelig wordt als je gaat staan
  • of je bang bent om te vallen
  • of je hulp nodig hebt om voor jezelf te zorgen

De arts of verpleegkundige kan ook kijken naar hoe je loopt. En of je goed je evenwicht kunt bewaren. Je moet bijvoorbeeld een stukje lopen. Of een paar keer achter elkaar op een stoel gaan zitten en weer opstaan.

Hoe gaat het verder na onderzoeken om te weten of je een groter risico hebt om een bot te breken?

Hoe gaat het verder na onderzoeken om te weten of je een groter risico hebt om een bot te breken?

Een arts of verpleegkundige bespreekt de uitslag van de onderzoeken met jou. De uitslag zegt iets over hoe groot jouw risico is om een bot te breken. En wat je het beste kunt doen om dit risico kleiner te maken.
Je bespreekt samen met de arts of verpleegkundige welke behandeling nodig is en het beste bij jou past. Je kunt ook meer behandelingen tegelijk krijgen.

Behandelingen die het risico kleiner maken dat je een bot breekt

Voorbeelden van behandelingen om jouw risico om een bot te breken kleiner te maken:

  • genoeg bewegen
    Beweeg elke dag 30 minuten of meer. Vooral bewegen met druk op je botten is belangrijk. Zoals traplopen, stevig wandelen of touwtje springen. Fietsen of zwemmen is wel gezond, maar helpt niet om je botten sterker te maken. Vind je het moeilijk om zelf te beginnen met bewegen? Of heb je een ziekte waardoor je moeilijker kunt bewegen? Dan kun je met hulp van een fysiotherapeut, oefentherapeut of sportarts ontdekken hoe je het beste kunt bewegen.
  • gezond eten
    Eet en drink elke dag genoeg eten en drinken met melk. Zoals melk, karnemelk, kwark, yoghurt en kaas. De melk mag ook van planten zijn. Bijvoorbeeld havermelk of sojayoghurt. Overal zit kalk in. Eet ook genoeg groente, noten en fruit.
  • pillen met kalk of vitamine D slikken
    Je hoort van je arts of verpleegkundige of dit voor jou nodig is.
  • medicijnen voor je botten gebruiken
    Hiermee wordt de kans kleiner te maken dat je een bot breekt. Je bespreekt 1 keer per jaar met je huisarts of de arts in het ziekenhuis hoe het gaat met de medicijnen voor je botten. En of je wilt doorgaan of stoppen met de medicijnen.
    Na een tijd krijg je weer een scan van je botten. Dit is bijvoorbeeld na 1, 2 of 5 jaar. De tijd hangt af van welke medicijnen je gebruikt. De nieuwe scan is om te weten of de medicijnen helpen.
  • zorgen dat je minder vaak valt
    Samen kijken jullie hoe het komt dat je vaker valt. En wat je hiertegen kunt doen.

Het beste is om genoeg te bewegen en gezond te eten. En als het voor jou nodig is, medicijnen voor je botten gebruiken.

vitamine D

Vitamine D (colecalciferol) zorgt voor de opname van kalk en fosfaat uit het voedsel. Kalk en fosfaat zijn nodig voor een goede opbouw van botten en gebit.

Het is te gebruiken bij vitaminegebrek en bij botontkalking.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
Meer informatie over risico om een bot te breken

Meer informatie over risico om een bot te breken

We hebben deze tekst gemaakt met de richtlijn voor artsen over risico’s om een bot te breken.

FMS
Deze tekst is aangepast op

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?