In het kort
- Een prik kan snel helpen bij het carpale-tunnel-syndroom.
- De klachten kunnen wel weer terugkomen.
- Je kunt nog een tweede keer een prik krijgen.
- Er is een kleine kans op problemen door de prik.
Wat is een prik bij het carpale-tunnel-syndroom?
Het is een prik in je pols met een medicijn tegen ontstekingen (corticosteroïd). Dit medicijn kan helpen om de druk in de carpale tunnel minder te maken. De klachten kunnen daardoor minder worden of verdwijnen.
Je krijgt de prik van je huisarts of een arts in het ziekenhuis. De arts geeft de prik aan de binnenkant van je pols. In de prik zit ook verdoving, zodat het geen pijn doet of maar een beetje pijn. Na ongeveer 10 minuten is het klaar.
Een prik is makkelijker en sneller dan een operatie.
Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor een prik in 1 van deze situaties:
- Je hebt niet te veel last van je klachten. Je kunt de meeste dingen nog wel doen met je hand.
- Je hebt veel last van je klachten, maar je wilt geen operatie.
- Je wacht op een operatie en je wilt tot dat moment minder pijn hebben.
- Je bent zwanger of geeft borstvoeding en hebt erg veel last van tintelingen en pijn in je hand(en). In de eerste 3 maanden van je zwangerschap kun je deze prik niet krijgen. Dat zou schadelijk kunnen zijn voor de baby.
Meestal komen de klachten pas na de eerste 3 maanden zwangerschap. Je kunt dan 1 keer een prik krijgen.
Wat is de kans dat een prik helpt bij het carpale-tunnel-syndroom?
Ongeveer de helft van de mensen heeft de eerste 3 maanden na de prik minder klachten.
Bij minder dan de helft van de mensen komen de klachten na de 1e prik terug. De kans dat de klachten terugkomen is groter bij vrouwen en bij mensen met diabetes.
Je kunt een 2e prik krijgen. Maar alleen als de 1e prik duidelijk en lang geholpen heeft. En pas 3 tot 6 maanden na de 1e prik. Ruim de helft van de mensen heeft na de 2e prik minder klachten.
Een 3e prik helpt niet.
Ongeveer 1 van de 4 mensen houdt ernstige klachten.
Een operatie kan dan nog helpen.
Wat zijn de risico's van een prik bij het carpale-tunnel-syndroom?
Er is een kleine kans dat deze dingen gebeuren:
- De klachten worden erger in de eerste 2 dagen na de prik (bij 46 van de 100 mensen).
- Rond de plek van de prik wordt de huid wit door verlies van pigment (bij 3 van de 100 mensen). De kans daarop is groter als je een donkere huid hebt.
- Je gaat blozen: je hals en gezicht worden tijdelijk rood.
- Je krijgt een ontsteking of een bloeding in je pols.
Er is een heel kleine kans op beschadiging van een zenuw of pees, waardoor je je hand niet meer goed kunt gebruiken.
Hoe gaat het verder als je een prik hebt gehad?
Je mag je hand en pols gewoon gebruiken na de prik. Je klachten kunnen de eerste 2 dagen na de prik erger worden.
Na 4 tot 6 weken kom je voor controle bij de huisarts. Of eerder als je meer of nieuwe klachten krijgt.
Heeft de prik niet geholpen? Dan bespreek je samen of een tweede prik voor jou nuttig is. Je kunt ook een andere behandeling kiezen.
Wanneer contact na een prik bij het carpale-tunnel-syndroom?
Maak een afspraak bij je arts als de huid rond de plek van de prik rood of dik is of pijn doet. Er kan een ontsteking zitten.
Meer informatie over het carpale-tunnel-syndroom
- Meer informatie: de Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie en de Nederlandse Vereniging voor Neurologie.
- Op de keuzekaart Carpaletunnelsyndroom zie je de behandelingen met alle voordelen en nadelen in 1 overzicht. Dit kan je helpen om samen met je arts een behandeling te kiezen.
- Informatie over ziekenhuizen die het carpale-tunnel-syndroom behandelen: Ziekenhuischeck.nl.