In het kort
- Bij een operatie bij het carpale-tunnel-syndroom maakt de arts meer ruimte voor de zenuw in je hand.
- Bij de meeste mensen verdwijnen de klachten na de operatie.
- De operatie heeft ook risico's. De kans op problemen is klein.
- Voor deze operatie krijg je meestal alleen verdoving in je arm.
Hoe gaat een operatie bij het carpale-tunnel-syndroom?
Het doel van een operatie bij het carpale-tunnel-syndroom is om de tunnel groter te maken. Daardoor krijgt de zenuw meer ruimte en komt hij minder in de knel. Er zijn verschillende artsen in het ziekenhuis die de operatie kunnen doen: een plastisch chirurg, algemeen chirurg (traumachirurg), neurochirurg of orthopedisch chirurg.
Verdoving
De operatie gebeurt meestal op de polikliniek. Je ligt op een behandeltafel.
- De arts geeft je eerst een verdoving. Je krijgt een prik in je handpalm, in je oksel of in je schouder. Dit kan een branderig gevoel geven. De verdoving werkt bijna meteen. Je voelt geen pijn meer, maar je kunt wel voelen dat de arts bezig is.
- Je krijgt een strakke band om je bovenarm. Dit kan een pijnlijk, tintelend gevoel geven in je hand en arm. Deze band gaat er direct na de operatie weer af.
Operatie
- De chirurg maakt een snee in je handpalm.
- Dan snijdt de arts de bovenkant van de tunnel door. Daarna maakt de arts de wond dicht.
- Je krijgt een stevig verband om je hand.
De operatie duurt meestal ongeveer 15 minuten.
Wat is de kans dat een operatie helpt bij het carpale-tunnel-syndroom?
De kans dat een operatie helpt is groter als je veel klachten hebt. Bijvoorbeeld als je door je klachten weinig kunt doen met je hand.
In het eerste half jaar na de behandeling lijkt een operatie beter te helpen dan een spalk of prik.
Ongeveer 5 van de 100 mensen hebben na de operatie nog steeds klachten.
Blijven je klachten, dan kan de arts je soms nog een keer opereren.
De kans dat een operatie helpt is kleiner als je weinig kracht hebt in je duim.
Bijvoorbeeld:
- bij minder spieren in je duim door schade aan de zenuw
- bij zenuwschade door diabetes mellitus (polyneuropathie)
Na een operatie bij het carpale-tunnel-syndroom
Is alles goed gegaan? Dan kun je na de operatie direct naar huis. Je kunt alleen niet zelf autorijden. Om je hand zit een verband.
Pijnstillers
Tegen de pijn kun je paracetamol nemen. Als dat niet helpt, kun je je arts om advies vragen.
Verband
De wond en het verband mogen niet nat worden.
De arts vertelt je wanneer je het verband eraf mag halen. Meestal is dat na 3 tot 5 dagen. Je kunt als bescherming een gewone pleister op de wond plakken. Als het verband eraf is, mag je je hand wassen. Ga nog niet in bad of in afwaswater met de hand. Dat mag pas als de hechtingen eruit zijn.
Controle en hechtingen
Meestal gebruikt de arts oplosbare hechtingen. Die hoef je niet eruit te laten halen.
Na 10 tot 14 dagen ga je naar de arts voor controle.
Je hand weer gebruiken
- Je mag tot de eerste controle niet tillen met je hand.
- Geneest de wond goed, dan mag je je hand langzaam weer meer gaan gebruiken. Doe dat in overleg met je arts. Bespreek ook wat mogelijk is met sporten en hobby's.
- Bespreek met je bedrijfsarts wanneer je weer kunt werken. Meestal kan dat na 2 tot 4 weken. Soms kun je tijdelijk minder dingen of alleen andere dingen doen.
paracetamol
Paracetamol werkt pijnstillend en koortsverlagend.
Het is te gebruiken bij verschillende soorten pijn zoals, hoofdpijn, migraine, koorts, griep, verkoudheid, keelpijn, bijholteontsteking, middenoorontsteking, oorpijn door gehoorgangontsteking, artrose, spierpijn, gewrichtspijn en menstruatieklachten.
Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.Wat zijn de risico's bij een operatie bij het carpale-tunnel-syndroom?
Na de operatie heb je een kleine kans op de volgende dingen:
- De operatiewond gaat ontsteken of bloeden.
- Je kunt tot 6 maanden na de operatie nog pijn hebben aan de binnenkant van je pols. Het litteken kan ook een paar maanden gevoelig zijn.
- Je kunt je hand niet meer goed gebruiken, omdat er een pees of zenuw beschadigd is.
- Je hand wordt dik en doet pijn. De kleur van je hand kan rood of blauw worden. Je hand kan heel koud of juist heel warm aanvoelen. Dit heet het complex regionaal pijnsyndroom (CRPS).
Hoe gaat het verder na een operatie voor het carpale-tunnel-syndroom?
Na ongeveer 6 weken bespreek je met de arts of de operatie heeft geholpen.
De tintelingen kunnen direct na de operatie al een stuk minder zijn.
Het litteken van de operatie kan een paar maanden gevoelig blijven.
Tot een half jaar na de operatie kun je nog pijn hebben aan de binnenkant van je pols.
Wanneer contact opnemen met je arts na een operatie?
Neem contact op met je arts als 1 of meer van deze dingen bij jou zo zijn:
- Het verband zit te strak.
- De wond doet pijn.
- De huid rond de wond is rood.
- Er komt pus uit de wond.
- Je krijgt koorts.
Meer informatie over het carpale-tunnel-syndroom
- Meer informatie: de Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie en de Nederlandse Vereniging voor Neurologie.
- Op de keuzekaart Carpaletunnelsyndroom zie je de behandelingen met alle voordelen en nadelen in 1 overzicht. Dit kan je helpen om samen met je arts een behandeling te kiezen.
- Informatie over ziekenhuizen die het carpale-tunnel-syndroom behandelen: Ziekenhuischeck.nl.