In het kort
- Als je kanker hebt en niet meer beter kunt worden, kun je erg moe zijn.
- Dit komt door alle veranderingen in je lichaam.
- En ook door andere dingen, zoals:
- bijwerkingen van de behandelingen
- angsten, vragen over het leven of de dood
- bloedarmoede, pijn of minder trek in eten
- Praat erover met mensen die je goed kent en met je arts.
Hoe voelt het om moe te zijn bij kanker die niet meer weg kan gaan?
Als je niet meer beter kunt worden door kanker, kun je enorm moe zijn. Het is een gevoel van uitputting. Het is heftiger dan gewoon moe zijn. Voordat je ziek werd, was je ook wel eens moe. Zoals na het sporten of na een drukke dag. Maar nu vaak of steeds. Ook als je niet actief bent geweest. Rusten of slapen helpt meestal niet.
Je kunt hier veel last van hebben: thuis en als je omgaat met familie en vrienden. Tijdens je werk en bij andere activiteiten. Daardoor kun je niet meer wat je vroeger wel kon.
3 van de 4 mensen met kanker hebben hier last van.
Waardoor komt het
Je kunt moe zijn door de kanker zelf. Er verandert veel in je lichaam. Je lichaam maakt meer eiwitten tegen ontstekingen. Ook veranderen er dingen in je hormonen.
Je kunt ook stress hebben. Of bang of somber zijn. Dat kost veel energie. Je kunt er extra moe van worden. Daardoor kun je weer bang of somber worden.
Lees verder over wat je kunt doen als je erg moe bent door kanker.
Wat merk je als je moe bent door kanker?
Je kunt aan verschillende dingen merken dat je erg moe bent:
In je lichaam
- Je hebt minder kracht. Tillen gaat bijvoorbeeld moeilijker.
- Je houdt dingen minder lang vol. Je kunt minder lang lopen of fietsen.
- Je kunt veel gewone dingen niet meer helemaal alleen. Soms ben je te moe om je aan te kleden of te douchen.
In je denken
- Je vergeet dingen. Je kunt je aandacht moeilijk ergens bij houden. Het lukt je bijvoorbeeld niet goed om een boek of krant te lezen.
- Beslissingen nemen kan moeilijk voor je zijn. Of je kunt de juiste woorden niet vinden als je iets wilt zeggen.
In je gevoel
- Je bent sneller boos. Je huilt eerder dan vroeger. Of je voelt je vaker bang of somber.
- Je voelt je minder zelfstandig. Dit kan moeilijk zijn. Het kan je sneller boos maken. Of juist somber of verdrietig.
- Je voelt je misschien schuldig omdat de mensen om je heen meer moeten doen. Zoals je partner, je gezin of je vrienden.
Welke onderzoeken kun je krijgen als je erg moe bent door kanker?
De arts kan onderzoeken of je moe bent door problemen met je lichaam. Bijvoorbeeld met je hart of longen. Of omdat je moeilijk beweegt of veel bent afgevallen.
Soms krijg je ook bloedonderzoek. Bijvoorbeeld om te weten of je bloedarmoede hebt. Als dit zo is, kun je extra bloed krijgen (een bloed-transfusie).
Je bespreekt ook deze dingen:
- Hoe het gaat met dingen doen, slapen en eten.
- Hoe je omgaat met de ziekte.
- Welke klachten je hebt.
- Of je last hebt van stress. Of bang of somber bent.
Uit het gesprek met de arts en de onderzoeken wordt duidelijk waarom je zo moe bent. En wat je kunt doen om ermee om te gaan.
Wie kan je helpen als je moe bent door kanker?
Wil je hulp om ermee te leren omgaan dat je erg moe bent? Bespreek dit dat met je arts of verpleegkundige.
Als je wilt, kan de arts of verpleegkundige je doorsturen naar deze hulpverleners:
- Een psycholoog.
Met een psycholoog kun je kijken wat je denkt en hoe je je voelt over moe zijn. En hoe je dat kunt veranderen.
Zoek naar een psycholoog die ervaring heeft met cognitieve gedragstherapie bij kanker. - Een ergotherapeut.
Die kan je helpen je energie te verdelen. Door je bijvoorbeeld samen te kijken naar wat jij echt belangrijk vindt om te doen. En met wie.
De ergotherapeut kan ook helpen met aanpassingen in je huis. Of met hulpmiddelen. - Een maatschappelijk werker.
Met een maatschappelijk werker kun je praten over bijvoorbeeld je angsten. Maar ook over bijvoorbeeld liefde en relaties. Je kunt ook praktische dingen bespreken, bijvoorbeeld geldzaken. - Een geestelijk verzorger.
Met een geestelijk verzorger kun je bijvoorbeeld praten over de zin van het leven en de dood. Je kunt een geestelijk verzorger vinden via de website Geestelijkeverzorging.nl. - Een vaktherapeut.
Bijvoorbeeld een muziektherapeut, danstherapeut of beeldend therapeut. Met een beeldend therapeut kun je schilderen, tekenen, houtbewerken.
Welke medicijnen kun je krijgen als je moe bent door kanker?
- Ben je erg moe in de laatste fase van je ziekte? Dan kun je soms dexamethason van je arts krijgen. Dit is een medicijn tegen ontstekingen. Als dit medicijn voor je werkt, ben je binnen 1 week minder moe. Maar het helpt niet bij iedereen.
- Heb je een depressie, dan kun je hier misschien medicijnen voor krijgen. Bijvoorbeeld anti-depressiva of methylfenidaat. Met je huisarts bespreek je welk medicijn in jouw situatie het beste is.
dexamethason
Dexamethason is een bijnierschorshormoon, ook wel corticosteroïd genoemd.
Bijnierschorshormonen remmen ontstekingen en overgevoeligheidsreacties. Ze zijn ook nodig om energie, mineralen en zouten vrij te maken en op te slaan. De werking van dexamethason is divers. Het verbetert ook de eetlust, vermindert vermoeidheid en kan ervoor zorgen dat u zich beter gaat voelen.
Artsen schrijven dexamethason vooral voor:
- Als onderdeel van een behandeling tegen kanker, vooral tegen de misselijkheid door chemotherapie. En om de laatste levensfase te verlichten (palliatieve zorg), bijvoorbeeld bij een dichtzittende darm (ileus).
- Verder bij aandoeningen met ernstige ontstekingen. Bijvoorbeeld ernstige COVID-19 (corona), bepaalde bloedziekten (zoals de bloedstollingsziekte ITP), luchtwegontstekingen (zoals ernstig hoesten door pseudokroep, bij astma en bij COPD), ernstige huidontstekingen, ernstige allergische reacties, multiple sclerose (MS) en gewrichtsontstekingen.
- Ook wordt het gebruikt bij hoogteziekte, hersenvliesontsteking en om een tekort aan lichaamseigen bijnierschorshormonen aan te vullen (zoals bij de bijnierziekten de ziekte van Addison, de ziekte van Cushing en het adrenogenitaal syndroom). Als men het op deze manier gebruikt heet het substitutietherapie.
methylfenidaat
Methylfenidaat is een stimulerend medicijn dat de aandacht en stemming kan verbeteren.
Artsen schrijven het voor bij ADHD, bij narcolepsie (slaapziekte) en in de palliatieve zorg.
Vraag om hulp als je moe bent door kanker
Vertel je familie, vrienden en misschien ook je collega's dat je erg moe bent door de kanker. Zij kunnen hier dan rekening mee houden. Niet iedereen weet dat moe zijn bij kanker anders is dan gewoon moe zijn.
Familie en vrienden kunnen je misschien helpen bij deze dingen:
- Schoonmaken en boodschappen doen.
- Samen een wandeling maken.
- Samen koken en eten.
- Thuis of in de buurt blijven. Of bereikbaar zijn.
Collega's kunnen misschien helpen bij deze dingen:
- Taken geven die minder snel af hoeven.
- Zorgen dat je minder lang hoeft te werken.
Contact met mensen die hetzelfde meemaken kan veel steun geven. Kijk bij Meer informatie waar je ze kunt vinden.
Meer informatie over moeheid bij kanker die niet te genezen is
In de Verwijsgids kanker kun je zoeken naar hulp of zorg als je moe bent door kanker. Je vindt hier bijvoorbeeld een fysiotherapeut, ergotherapeut, diëtist of psycholoog.
Meer informatie over omgaan met moe zijn vind je op de website Ergotherapie Nederland.
Contact met andere mensen die zich moe voelen door kanker vind je via de Nederlandse Federatie voor Kankerpatiënten.
Misschien is er bij jou in de buurt een centrum voor leven met en na kanker. Je kunt hier terecht voor informatie en voor contact met andere mensen die moe zijn door kanker. Ook de mensen om je heen kunnen hier terecht. Kijk op de website van IPSO waar centra voor leven met en na kanker zijn.