In het kort
- U bespreekt met uw arts of u voor de operatie chemotherapie krijgt.
- U krijgt volledige narcose.
- De uroloog haalt uw blaas en lymfeklieren weg.
- Meestal worden ook de prostaat en zaadblaasjes weggehaald, of de baarmoeder en soms de eierstokken.
- Na de operatie krijgt u een nieuwe blaas of een urinestoma.
- U blijft ongeveer 2 weken in het ziekenhuis.
- Na de operatie controleert de uroloog regelmatig of de blaaskanker wegblijft.
Wat gebeurt er bij het weghalen van de hele blaas?
Met een operatie haalt de uroloog de hele blaas en de lymfeklieren rondom de blaas weg.
Meestal haalt de arts ook de organen weg die in de buurt van de blaas liggen:
- Bij vrouwen zijn dat de baarmoeder, baarmoederhals, eileiders, eierstokken en soms een deel van de vaginawand.
- Bij mannen zijn dat de prostaat en de zaadblaasjes.
Nadat de blaas verwijderd is, krijgt u een nieuwe urineafvoer. Dit is een vervangende blaas, gemaakt van een stukje van uw darm of een urinestoma.
Hoe bereid ik mij voor op het weghalen van de hele blaas?
Eerst chemotherapie?
Uw oncoloog bespreekt met u of u chemotherapie krijgt voor de operatie waarbij uw blaas wordt weggehaald. Krijgt u chemotherapie? Dan kijkt de arts na 2 tot 3 kuren chemotherapie met een CT-scan of de tumor is gekrompen.
Werkt de chemotherapie goed en heeft u weinig bijwerkingen van de medicijnen? Dan kunt u nog 1 tot 2 kuren chemotherapie krijgen.
De dag voor de operatie
U wordt een dag voor de operatie opgenomen. De verpleegkundige neemt dan nog een keer met u door wat er precies gaat gebeuren. De verpleegkundige helpt u ook met het kiezen voor een nieuwe blaas of een urinestoma nadat de hele blaas is weggehaald.
Soms blijkt tijdens de operatie dat een vervangende blaas toch niet geschikt voor u is. Daarom spreekt de stomaverpleegkundige altijd een plaats voor het urinestoma met u af. U kunt met een proefzakje uitproberen wat een goede plek is en waar u het minst last heeft van het zakje. Let daarbij op uw huidplooien en uw kleding.
Meestal krijgt u op de dag voor de operatie medicijnen:
- bloedverdunners om trombose te voorkomen
- antibiotica om een infectie te voorkomen
- als u dat wilt een slaaptablet voor een goede nachtrust
De dag van de operatie
Bij de operatie krijgt u narcose. U moet daarom op de dag van de operatie nuchter blijven.
- Tot 6 uur voor de operatie mag u een lichte maaltijd nemen en normaal drinken.
- Tot 2 uur voor de operatie mag u alleen heldere dranken drinken.
- Vanaf 2 uur voor de operatie mag u niets meer eten of drinken.
Voor de operatie krijgt u ook een ruggenprik met pijnstillende medicijnen. Deze pijnstilling werkt tot 3 dagen na de operatie.
Keuzekaart
Gebruik de keuzekaart om samen met uw arts te beslissen wat het beste bij u past.
Welke kans op genezing heb ik na het weghalen van de hele blaas?
U heeft een kans om te genezen aIs bij de operatie alle kanker goed is weggehaald en er geen kankercellen in de lymfeklieren zitten.
Zijn er wel kankercellen gevonden? Dan is er nog steeds een kans om te genezen, maar die kans is wel kleiner.
Welke nadelige gevolgen kan het weghalen van de hele blaas hebben?
Problemen door de chemotherapie die u eventueel krijgt voor het weghalen van de blaas:
- vermoeidheid
- misselijkheid
- kans op infecties
- blaren in de mond
- diarree
- oorsuizen of een piep in de oren
- tintelingen in handen of voeten
- de nieren werken minder goed
Bespreek de bijwerkingen met uw oncoloog. Die zal zo veel mogelijk proberen de bijwerkingen te voorkomen, bijvoorbeeld met medicijnen.
Problemen nadat de hele blaas is weggehaald:
- Als uw hele blaas is weggehaald kunt u niet meer plassen zoals u gewend was. U heeft een urinestoma of een nieuwe blaas. De stoma kan problemen geven, zoals een slechte afvoer van de urine of juist urineverlies.
- Bij het weghalen van de hele blaas bestaat de kans dat zenuwen en bloedvaten beschadigd raken die naar de penis en vagina lopen. Dat kan zorgen voor:
- erectieproblemen
- geen zaadlozing bij het klaarkomen
- een droge vagina
- Als de voorwand van de vagina is weggehaald, kan de vorm van de vagina veranderen. Vrijen kan pijn doen.
- Als eierstokken of zaadblaasjes zijn weggehaald, bent u niet meer vruchtbaar.
- Als u nog niet in de overgang bent, komt u nu meteen in de overgang. Dat geeft klachten zoals opvliegers, nachtelijk zweten, moeheid, depressieve gevoelens en minder zin in seks.
Hoe gaat de operatie waarbij mijn hele blaas wordt weggehaald?
Het weghalen van de hele blaas gaat met een open operatie, een kijkoperatie of een kijkoperatie met een operatierobot. Bij een open operatie krijgt u een snede in de onderbuik.
- De uroloog neemt eerst de lymfeklieren rondom de blaas weg. Daarna zijn er 2 mogelijkheden.
- De uroloog haalt de blaas, de lymfeklieren in het bekken en de voortplantingsorganen die in de buurt van de blaas liggen weg.
- Als er uitzaaiingen in de lymfeklieren zitten, haalt de uroloog soms de blaas niet weg. Een behandeling die u kan genezen is dan namelijk niet meer mogelijk. U kunt nog wel kiezen voor een behandeling van de klachten door de kanker.
- De uroloog maakt van een stuk van uw darm de urineafvoer die u heeft gekozen.
- De patholoog onderzoekt in het laboratorium of alle blaaskanker goed is weggehaald. Hij kijkt of er kankercellen zitten aan de buitenkant (de snijvlakken) van het stuk dat is weggehaald en of er kankercellen zitten in de lymfeklieren die zijn weggehaald.
Hoe lang blijf ik in het ziekenhuis nadat de hele blaas is weggehaald?
Na de operatie gaat u naar de verpleegafdeling. U blijft meestal 2 weken in het ziekenhuis.
- De eerste paar dagen houdt de verpleegkundige u goed in de gaten.
- U krijgt regelmatig een controle van uw hartslag, bloeddruk en lichaamstemperatuur.
- De verpleegkundige controleert ook hoeveel vocht u binnenkrijgt en verliest.
- Begin zo snel mogelijk weer met eten, drinken en bewegen.
- Heeft u een nieuwe blaas? Dan heeft u de eerste 2 weken nog een katheter om de urine weg te laten lopen.
- Heeft u een urinestoma? Dan loopt de urine de eerste dagen via 2 dunne slangetjes in de urineleider naar de stoma. Na 8 tot 12 dagen haalt de verpleegkundige de slangetjes eruit.
- Daarna leert u:
- opnieuw plassen als u een nieuwe blaas heeft
- de urineopslag of stomazakje legen (met een katheter)
- de urineopslag spoelen
- de stoma schoon houden
De stomaverpleegkundige helpt u daarbij.
- Na 7 tot 10 dagen krijgt u uitslag van het onderzoek van het weefsel dat bij de operatie is weggehaald. De uroloog vertelt u:
- of er nog kankercellen zitten op de snijvlakken van het weefsel dat is weggehaald
- of er kankercellen in de lymfeklieren zitten
Hoe kan ik omgaan met de gevolgen van het weghalen van de hele blaas?
U kunt met uw klachten door het weghalen van de hele blaas of de stoma terecht bij de oncologieverpleegkundige of stomaverpleegkundige. Zij kunnen u advies geven over hoe u met uw klachten kunt omgaan. Zij kunnen u ook naar andere hulpverleners verwijzen.
Adviezen bij erectieproblemen:
- U kunt begeleiding krijgen over hoe u met erectieproblemen om kunt gaan.
- Er zijn ook medicijnen tegen erectieproblemen.
Adviezen bij pijn bij het vrijen:
- Gebruik een glijmiddel. Glijmiddelen zijn verkrijgbaar bij de drogisterij of apotheek.
- Als uw schedewanden verkleefd zijn, kunt u een tampon of staafje inbrengen om te schede open te maken. Met staafjes die steeds iets dikker zijn, maakt u de schede langzaam steeds meer open.
- Heeft u veel last van pijnlijke littekens of een veranderde vorm van de vagina? Soms kan een operatie helpen.
Adviezen bij overgangsklachten:
- Bespreek uw klachten met uw huisarts. Die kan een hormoonvervangend middel geven.
Na de operatie kunnen allerlei emoties loskomen. U komt dan toe aan de verwerking van alles wat u heeft meegemaakt. U kunt zich bijvoorbeeld onzeker voelen of bang dat de kanker weer terugkomt. Deze emoties worden langzaam minder heftig. Het kan een poos duren voor u zich weer beter voelt.
Bij psychische problemen kunt u hulp krijgen van een psycholoog, maatschappelijk werker of de praktijkondersteuner GGZ bij uw huisarts.
Hoe verder na het weghalen van de hele blaas?
U komt nadat de blaas is weggehaald regelmatig op controle bij de uroloog of oncologieverpleegkundige. De uroloog maakt een persoonlijk controleschema met u. Een voorbeeld zou kunnen zijn:
- 4, 8 en 12 maanden na de operatie
- daarna ieder half jaar
- na 3 jaar 1 keer per jaar
Tijdens de controles:
- bespreekt u welke klachten u nog heeft.
- vraagt de arts of verpleegkundige ook naar klachten die kunnen komen doordat de kanker terug is, zoals bloed plassen, vaak moeten plassen of een branderig gevoel bij het plassen of pijn in de buik.
- krijgt u een CT-scan.
- kijkt de arts of verpleegkundige de aanhechting van de stoma na.
- bespreekt u problemen met de stoma.
- krijgt u 1 keer per jaar onderzoek van uw bloed.
Na het weghalen van de hele blaas heeft u kans dat de blaaskanker terugkomt in de urineleiders, plasbuis of het nierbekken. Een nieuwe kanker kan plaatselijk behandeld worden met bestraling of een operatie.
Zijn er uitzaaiingen? Dan kunt u chemotherapie krijgen om de ziekte te remmen of een behandeling van de klachten door de uitzaaiingen.
Wanneer contact opnemen na een operatie?
Na de operatie moet u contact opnemen met de uroloog:
- als u koorts boven 38,5 graden heeft
- als uw urine niet meer wegloopt via de stoma
- als u niet meer kunt plassen of katheteriseren
- als de katheter eruit is gegaan
Meer informatie over blaaskanker
- Voor contact met lotgenoten kunt u terecht bij: Leven met blaas of nierkanker.
- Informatie over ziekenhuizen die blaaskanker behandelen: Ziekenhuischeck.nl.
We hebben deze tekst gemaakt met de richtlijn Blaasinstillatie bij urotheelcelcarcinoom.