In het kort
- Als uw blaas is weggehaald, krijgt u een andere urineopslag. Dit is een uitwendig stoma, inwendig stoma of nieuwe blaas.
- Deze worden allemaal gemaakt van een deel van uw darmen.
- De uroloog helpt u kiezen.
- Bij een uitwendig stoma draagt u een urinezakje op uw lichaam.
- Bij een inwendig stoma heeft u een urineopslag in uw lichaam. U moet zelf uw blaas legen met een slangetje (katheteriseren).
- Bij een nieuwe blaas kunt u gewoon plassen. U plast op vaste tijden.
- Voor de aanleg van de nieuwe blaas of inwendig stoma blijft u ongeveer 2 weken in het ziekenhuis.
Waarom krijg ik een nieuwe blaas of urinestoma na dat de hele blaas is weggehaald?
De blaas is de opslagplaats van de urine. U plast de urine uit via de plasbuis.
Bij de operatie is uw hele blaas weggehaald. U heeft misschien ook geen plasbuis meer. U kunt de urine niet meer opslaan. U kunt ook niet meer plassen zoals u gewend bent. Daarom is een andere afvoer voor de urine nodig.
Kiezen voor een nieuwe blaas of stoma
U kunt kiezen uit:
- uitwendig stoma
- inwendig stoma
- een nieuwe blaas (neoblaas)
Iedere mogelijkheid heeft voor- en nadelen. De uroloog en stomaverpleegkundige bespreken deze met u en helpen u bij het kiezen.
Welke manier van urineomleiding het beste bij u past hangt af van:
- hoe ver de kanker in de blaasspier en lymfeklieren is doorgegroeid
- of uw nieren goed werken
- of uw lever goed werkt
- uw leeftijd
- of u nog andere ziektes heeft
- of u nog goed voor u zelf kunt zorgen en uzelf kunt katheteriseren
- wat u zelf wilt
Wanneer is een uitwendig stoma mogelijk?
Een uitwendig stoma is altijd mogelijk.
Voor een uitwendig stoma haalt de uroloog een stukje van de dunne darm weg van 10 tot 15 cm. De arts maakt het ene uiteinde vast aan de urineleiders. En hecht het andere uiteinde aan de buikwand vast. Dit vormt de kunstmatige uitgang (stoma) waardoor de urine het lichaam verlaat. De urine komt in een zakje dat op uw buik is bevestigd.
Het voordeel van een uitwendig stoma is dat de urine snel wordt afgevoerd.
De nadelen van een uitwendig stoma zijn:
- U draagt voor de rest van uw leven een stomazakje.
- De huid rond de stoma kan verkleuren.
- De stoma kan vernauwd raken.
- Het stomazakje kan gaan lekken.
- De huid rond de stoma kan gaan irriteren.
- De afvoer van urine kan slechter worden. Dit kan zorgen voor ontsteking van de urinewegen of nierstenen.
Wanneer is een inwendig stoma mogelijk?
Een inwendig stoma is mogelijk als:
- u zichzelf kunt katheteriseren (de urineopslag leegmaken met een slangetje)
- en uw nieren goed werken
- en uw lever goed werkt
Een inwendig stoma wordt gemaakt van het laatste deel van de dunne darm en het eerste deel van de dikke darm. De uroloog maakt de urineleiders vast aan het stuk van de dikke darm. In dit gedeelte verzamelt de urine zich. De arts hecht het gedeelte van de dunne darm vast aan de navel of de huid van de buikwand. Omdat er een klepje tussen de dikke en dunne darm zit, kan de urine niet zomaar naar buiten stromen. U moet de urineopslag zelf leegmaken met een slangetje (katheteriseren).
De stoma wordt aan de buitenkant afgedekt met een pleister of een gaasje.
Voordeel van een inwendig stoma is:
- U draagt geen urinezakje op uw lichaam.
Nadelen van een inwendig stoma zijn:
- U heeft een stoma.
- U moet zichzelf katheteriseren.
- Wanneer de urineopslag overvol is, kan de afsluitklep gaan lekken. U verliest dan urine.
- De afvoer van urine kan slechter worden. Dit kan zorgen voor ontsteking van de urinewegen of nierstenen.
- De huid bij de stoma kan verkleuren.
- De stoma kan vernauwen.
Wanneer is een nieuwe blaas mogelijk?
Een nieuwe blaas is mogelijk als:
- blaaskanker alleen in de blaasspier zit
- de plasbuis niet wordt weggehaald
- u verder gezond bent
- uw nieren goed werken
- uw lever goed werkt
- u nog niet zo oud bent
- u goed gemotiveerd bent om te leren omgaan met de nieuwe blaas. Het kost ongeveer 1 jaar voor u aan uw nieuwe blaas gewend bent.
Een nieuwe blaas is gemaakt van een deel van uw darmen van ongeveer 40 tot 60 centimeter. De uroloog haalt een stuk uit uw darm en maakt hier een urineopslag van. De arts maakt de urineleiders aan het ene uiteinde van het stuk darm vast. En de plasbuis aan het andere uiteinde van het stuk darm.
Voordeel van een nieuwe blaas:
- U kunt zelf plassen.
Nadelen van een nieuwe blaas zijn:
- U moet opnieuw leren plassen.
- U voelt niet wanneer u moet plassen. U moet daarom op vaste tijden plassen.
- Het lukt niet altijd om goed leeg te plassen. Daarom moet u soms zichzelf katheteriseren.
- U heeft urineverlies als de nieuwe blaas te vol is. Oefening van de bekkenbodemspieren kan dit voorkomen. Een bekkenbodemfysiotherapeut kan hierbij helpen.
- De afvoer van urine kan slechter worden. Dit kan zorgen voor ontsteking van de urinewegen of nierstenen.
U zorgt dat de afvoer goed blijft:- als u regelmatig plast
- en de urineopslag spoelt met een katheter
Hoe verder als u een urineafvoer heeft gekozen?
U bespreekt voor het weghalen van de blaas met de stomaverpleegkundige wat de beste plek voor de stoma is.
- Kiest u voor een uitwendig stoma? Dan kunt u met een proefzakje uitproberen wat een goede plek is en waar u het minste last heeft van het zakje. Let daarbij op huidplooien en uw kleding.
- Kiest u voor een nieuwe blaas? Ook dan zal de stomaverpleegkundige een plaats voor de urinestoma met u afspreken. Soms blijkt bij de operatie namelijk dat een nieuwe blaas toch niet mogelijk is.
Na de aanleg van een nieuwe blaas of een inwendig stoma moet u nog ongeveer 2 weken in het ziekenhuis blijven. Als u een nieuwe blaas heeft gekregen, moeten de aanhechtingen nog genezen. Daarom krijgt u eerst nog een katheter om de urine weg te laten lopen. Een week nadat u thuis bent, komt u weer een dag naar het ziekenhuis om de katheter te laten verwijderen.
Heeft u een uitwendig stoma? Dan hoeft u minder lang in het ziekenhuis te blijven. U herstelt thuis verder.
Na het weghalen van de hele blaas leert u omgaan met een nieuwe blaas of de urinestoma. U leert:
- opnieuw plassen als u een nieuwe blaas heeft
- de urineopslag leegmaken met een slangetje
- de urineopslag spoelen
- de stoma schoonhouden
U komt regelmatig op controle bij de stomaverpleegkundige. De uroloog controleert of de nieren goed werken. De verpleegkundige helpt u met problemen met de stoma of de nieuwe blaas.
Meer informatie over blaaskanker, een stoma en nieuwe blaas
Voor lotgenotencontact: Leven met blaas of nierkanker.
Informatie over leven met een stoma of nieuwe blaas: Stomavereniging.
Informatie over ziekenhuizen die blaaskanker behandelen: Ziekenhuischeck.nl.
De informatie over blaaskanker is gebaseerd op de multidisciplinaire richtlijn Blaascarcinoom.