In het kort
- Blaaskanker geeft pas klachten als de kanker er al langer zit.
- Klachten die kunnen voorkomen zijn:
- bloed plassen
- vaak moeten plassen, pijn/branderig gevoel bij het plassen
- U gaat dan naar de uroloog.
- De uroloog kan dan het volgende onderzoek doen:
- echo van de blaas
- kijkonderzoek van de blaas
- urineonderzoek op kankercellen
- kijkoperatie van de blaas
- Roken en werken met chemische stoffen zijn de belangrijkste oorzaken van blaaskanker.
Wat is blaaskanker?
Blaaskanker is een tumor in de wand van de blaas. De ziekte komt ongeveer 3 keer zo vaak voor bij mannen als bij vrouwen. De meeste mensen met blaaskanker zijn ouder dan 60 jaar.
Er zijn 3 soorten blaaskanker:
- Blaaskanker in het slijmvlies van de blaas. De tumor heeft vaak de vorm van een poliep: een druiventros dat met een dun steeltje is verbonden met de blaaswand.
Ongeveer 65 van de 100 mensen met blaaskanker hebben deze vorm. - Blaaskanker in het slijmvlies van de blaas die sneller groeit en vaak op meer plaatsen in de blaas zit (carcinoma in situ).
Deze soort blaaskanker komt het minst vaak voor: ongeveer 5 van de 100 mensen met blaaskanker hebben deze soort kanker. - Blaaskanker die in de blaasspier groeit. De tumor is door het slijmvlies van de blaas heen in de blaasspier gegroeid.
Ongeveer 30 van de 100 mensen met blaaskanker hebben deze vorm.
Wat zijn de klachten bij blaaskanker?
Blaaskanker zorgt pas voor klachten als de tumor er al langer zit. En ook dan hoeven er geen duidelijke klachten te zijn. De klachten kunnen ook allerlei andere oorzaken hebben.
Mogelijke klachten zijn:
- bloed plassen
- vaak het gevoel te moeten plassen
- vaak moeten plassen
- branderig gevoel of pijn bij het plassen
Blaaskanker in de blaasspier kan ook deze klachten geven:
- pijn in de buik of in de zij
De pijn gaat niet over en kan uitstralen naar het bekken, de onderrug of het midden van de buik. - een voelbare knobbel in de onderbuik
Oorzaken van blaaskanker
Het is meestal niet duidelijk waardoor mensen blaaskanker krijgen.
Er zijn een paar leefgewoonten en omstandigheden bekend waarbij mensen vaker blaaskanker krijgen:
- Roken. Mensen die roken hebben 3 keer zo veel kans om blaaskanker te krijgen.
- Werken met chemische stoffen die gebruikt worden bij de productie van kleurstoffen. Mensen die werken in de textiel-, plastic-, kleurstoffen- en rubberindustrie, schilders en mijnwerkers werken met deze chemische stoffen. Vaak duurt het wel 20 tot 30 jaar voor blaaskanker door chemische stoffen ontstaat.
- Langdurige irritatie van de blaas door een chronische blaasontsteking, een blaaskatheter of blaas- of nierstenen.
- Erfelijkheid. Erfelijkheid speelt bij blaaskanker maar heel zelden een rol.
Onderzoek naar blaaskanker bij de huisarts
Als u bloed in de urine heeft, vraagt uw huisarts naar andere klachten en gewoontes, zoals
- of u pijn voelt bij het plassen
- hoe vaak u moet plassen
- of u blaasontstekingen heeft gehad
- of u moe bent
- of u bent afgevallen
- welke andere aandoeningen u heeft of heeft gehad
- of u rookt
- wat voor werk u doet of heeft gedaan
- of er blaaskanker voorkomt in uw familie
Uw urine wordt ook onderzocht om zeker te weten dat u geen blaasontsteking heeft.
Heeft u geen ontsteking? Dan is verder onderzoek nodig door een uroloog.
Onderzoek naar blaaskanker bij de uroloog
U kunt de volgende onderzoeken krijgen bij de uroloog:
- Echografie van de blaas en de nieren.
- Kijkonderzoek van de blaas (cystoscopie).
- U krijgt een plaatselijke verdoving met een gelei in de plasbuis.
- De uroloog schuift een buigzaam slangetje met een kleine camera via de plasbuis naar de blaas.
- Hij onderzoekt de binnenkant van de plasbuis en de blaas op afwijkingen van het slijmvlies.
- Na de cystoscopie kunt u een paar dagen bloed plassen, vaak het gevoel hebben dat u moet plassen en een branderig gevoel hebben bij het plassen.
- Soms: onderzoek van de urine. De patholoog kijkt onder de microscoop of er kankercellen in de urine zitten. Als er geen kankercellen te zien zijn, wil dit nog niet zeggen dat u geen blaaskanker heeft. Bij blaaskanker die alleen in het slijmvlies groeit, hoeven er namelijk (nog) geen kankercellen in de urine te zitten.
Als uit dit onderzoek blijkt dat u blaaskanker heeft, is meer onderzoek nodig om te weten hoe de kanker groeit. Dit gebeurt met een kijkoperatie via de plasbuis. Dit onderzoek noemen artsen een transurethrale resectie (wegnemen) van de blaastumor (TUR-blaas).
Wat gebeurt er bij de kijkoperatie van blaaskanker?
Voor de kijkoperatie van de blaaskanker wordt u in het ziekenhuis opgenomen.
U krijgt bij de kijkoperatie volledige narcose of een ruggenprik.
- Daarom mag u vanaf 6 uur voor de opname niet meer eten of drinken.
- Mogelijk moet u ook een aantal dagen voor de kijkoperatie stoppen met het innemen van sommige medicijnen. Uw arts bespreekt dit met u.
Hoe gaat de kijkoperatie?
- De uroloog brengt een cystoscoop via de plasbuis in de blaas.
- De uroloog haalt de tumor uit de wand van de blaas weg.
- Na de operatie krijgt u 1 tot 2 dagen een blaaskatheter.
- Binnen 24 uur na de operatie krijgt u een blaasspoeling. Uw blaas wordt gespoeld met een vloeistof met medicijnen (mitomycine) erin. Die medicijnen kunnen de kankercellen doden.
- De patholoog kijkt onder de microscoop of er kankercellen in het weggehaalde stukje weefsel zitten.
De kijkoperatie is dus niet alleen een onderzoek, maar meestal ook meteen een behandeling (TUR-blaas).
mitomycine
Mitomycine is een kankerremmende stof (cytostaticum).
Artsen schrijven mitomycine voor bij bepaalde vormen van kanker.
Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.Hoe verder als het blaaskanker is?
Blijkt bij de kijkoperatie dat de blaaskanker in de blaasspier is doorgegroeid? Dan krijgt u eerst nog een onderzoek om te zien hoe ver de kanker in de spier is doorgegroeid en of er uitzaaiingen zijn. Dit onderzoek gaat met:
- een CT-scan van de buik en de borst,
- of een MRI van het bekken met een longfoto.
Uitzaaiingen zitten meestal in de lymfeklieren, longen, lever of botten.
Als alle onderzoeksresultaten bekend zijn, bespreekt de uroloog met u welke behandeling mogelijk is. De behandeling hangt af van:
- de soort blaaskankercellen en hoe deze groeien (langzaam, matig of snel)
- of blaaskanker alleen in het slijmvlies van de blaas zit
- of blaaskanker in de spierlaag is doorgegroeid
- of er uitzaaiingen zijn
Blaaskanker alleen in het slijmvlies
Bij blaaskanker die alleen in het slijmvlies van de blaas zit, hangt de behandeling af van hoe de kankercellen groeien.
- Als de kans klein is dat de kankercellen in de blaasspier gaan groeien, is geen verdere behandeling nodig. De blaaskanker is na de kijkoperatie en 1 blaasspoeling helemaal weg.
- Als de kans op ingroei in de blaasspier groter is, krijgt u nog 1 tot 3 jaar een nabehandeling met blaasspoelingen.
- Als de kans erg groot is dat de kanker in de blaasspier gaat groeien, is soms nog een tweede kijkoperatie nodig.
Blaaskanker die in de blaasspier is gegroeid
Bij blaaskanker die in de blaasspier is gegroeid zijn meerdere behandelingen mogelijk:
U kunt kiezen uit:
- een operatie waarbij de blaas en de lymfeklieren worden verwijderd. Eventueel krijgt u voor de operatie chemotherapie. U krijgt een nieuwe blaas of urinestoma.
- een bestraling met eventueel tegelijkertijd chemotherapie waarbij u uw blaas houdt.
Uitgezaaide blaaskanker
Bij uitgezaaide blaaskanker kunt u:
- de groei van de blaaskanker remmen met chemotherapie en/of bestraling
- de klachten door blaaskanker behandelen
Kanker en de behandeling ervan kan een grote invloed hebben uw leven. U kunt naast de lichamelijke klachten ook psychische problemen hebben. U kunt hulp vragen aan uw uroloog, oncologieverpleegkundige of huisarts. Hij of zij kan u verwijzen naar de juiste hulpverlener. U kunt ook contact zoeken met andere mensen met blaaskanker.
Meer informatie over blaaskanker
- Voor contact met lotgenoten kunt u terecht bij: Leven met blaas of nierkanker.
- Informatie over ziekenhuizen die blaaskanker behandelen: Ziekenhuischeck.nl.
We hebben deze tekst gemaakt met de richtlijn Blaasinstillatie bij urotheelcelcarcinoom.