Ik gebruik medicijnen bij diabetes type 2 en heb een ziekte van hart, bloedvaten of nieren

In het kort

In het kort

  • Je hebt diabetes type 2 en een ziekte van hart, bloedvaten of nieren. Of een heel grote kans op deze ziektes. Dan heb je medicijnen nodig.
  • Meestal krijg je eerst een pil om suiker uit te plassen.
  • Blijft je bloedsuiker te hoog? Dan krijg je er een pil bij om je bloedsuiker lager te maken.
  • Is je bloedsuiker nog steeds te hoog? Dan kan nog een medicijn nodig zijn. Bijvoorbeeld een spuit met bloedsuiker-verlager.
Diabetes type 2 en een ziekte van hart, bloedvaten of nieren

Diabetes type 2 en een ziekte van hart, bloedvaten of nieren

Je hebt diabetes type 2 en een ziekte van je hart, bloedvaten of nieren. Of een heel grote kans op deze ziektes. Bijvoorbeeld:

Let op: de behandeling kan anders gaan als je geen ziekte van je hart, bloedvaten of nieren hebt. Of geen heel grote kans hebt om ze te krijgen. Lees hoe de behandeling met medicijnen voor diabetes type 2 gaat als dat bij jou zo is.

Medicijnen bij diabetes type 2 en een ziekte van hart, bloedvaten of nieren

Medicijnen bij diabetes type 2 en een ziekte van hart, bloedvaten of nieren

Heb je diabetes type 2 en een ziekte van je hart, bloedvaten of nieren? Of een heel grote kans op deze ziektes? Dan heb je medicijnen nodig. Dit doen de medicijnen:

  • je bloedsuiker goed houden
  • de kans op nieuwe ziektes van hart en bloedvaten kleiner maken
  • zorgen dat hartfalen of de schade aan je nieren niet snel erger wordt

De behandeling kan zo gaan:

  • Meestal krijg je eerst een pil om bijvoorbeeld extra suiker uit te plassen. Zo krijg je al een lagere bloedsuiker.
  • Blijft je bloedsuiker te hoog? Dan ga je een pil slikken om je bloedsuiker verder lager te maken.
  • Is je bloedsuiker nog steeds te hoog? Dan ga je meestal spuiten met een middel dat je bloedsuiker lager maakt.
  • Je kunt nog een ander medicijn erbij krijgen om je bloedsuiker lager te maken. Insuline, bijvoorbeeld.

Gezond leven en medicijnen

Gezond leven blijft heel belangrijk als je medicijnen gebruikt:

  • gezond eten en drinken
  • genoeg bewegen
  • afvallen als je te zwaar bent
  • niet roken
  • genoeg ontspanning en goed slapen

Als je gezond leeft, gaat je lichaam beter werken. Hierdoor kan je bloedsuiker verbeteren. Val je bijvoorbeeld genoeg af? Dan kun je minder of geen medicijnen nodig hebben.

insuline

Insuline is een injectiemiddel voor mensen met diabetes die zelf geen of onvoldoende insuline aanmaken.

Er zijn verschillende soorten insuline verkrijgbaar: kortwerkend, middellangwerkend, langwerkend en combinaties hiervan.

Artsen schrijven het voor bij diabetes mellitus.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
Pil om suiker uit te plassen en je bloedsuiker lager te maken

Pil om suiker uit te plassen en je bloedsuiker lager te maken

Meestal krijg je eerst een pil om extra suiker uit te plassen. Zo krijg je al een lagere bloedsuiker. De pil zorgt ook dat je minder kans hebt op nieuwe ziektes van je hart of bloedvaten. Dit medicijn heet een SGLT2-remmer.

Door deze pil val je gemiddeld 2 kilo af. Daardoor heb je minder kans op andere ziektes of andere klachten van diabetes type 2, zoals moe zijn.

Bijwerkingen van deze pil

Bijwerkingen van deze pil zijn bijvoorbeeld:

  • 1 van de 10 mensen krijgt een ontsteking aan de vagina, schaamlippen of penis. Dit komt door een schimmel.
  • Vooral ouderen kunnen last krijgen van duizelig zijn, een droge mond, vaak plassen of moeilijk of niet kunnen poepen.
  • Slik je deze pil bij koorts, diarree, overgeven of weinig eten? Dan heb je een kleine kans om erg ziek te worden. Je moet dan meteen stoppen met slikken.

Dit zijn bijwerkingen met een heel kleine kans:

  • wondjes op je voeten die slecht genezen
  • een heel erge ontsteking van de schaamlippen of balzak
Pil om je bloedsuiker lager te maken

Pil om je bloedsuiker lager te maken

Je slikt al een pil om extra suiker uit te plassen en je bloedsuiker lager te maken. Toch blijft je bloedsuiker te hoog. Dan krijg je er een pil bij om je bloedsuiker verder te verlagen. Dit zijn pillen met metformine.

Bijwerkingen van deze pil

Je kunt bijwerkingen van de pillen krijgen, zoals:

  • misselijk zijn, overgeven en diarree
  • hoofdpijn
  • moe zijn
  • vreemde smaak in je mond

De klachten verdwijnen meestal na een paar weken. Je hebt minder kans op bijwerkingen als je begint met pillen met weinig metformine. En langzaam pillen met meer metformine gaat slikken. Dit bespreek je met je huisarts of praktijkondersteuner.

Heb je veel last van bijwerkingen? Bespreek dan of je tijdelijk pillen met minder metformine kunt slikken.

metformine

Metformine is een verlager van de bloedsuiker. Het behoort tot de biguaniden. Het vermindert het bloedsuiker en vermindert de eetlust.

Artsen schrijven het voor bij diabetes mellitus (suikerziekte) en bij verminderde vruchtbaarheid.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
Spuit om je bloedsuiker lager te maken

Spuit om je bloedsuiker lager te maken

Blijft je bloedsuiker nog steeds te hoog? Dan krijg je er meestal een spuit met bloedsuiker-verlager bij. In deze spuit zit het medicijn GLP1-agonist.

Dit medicijn maakt je bloedsuiker lager. En je krijgt er minder honger van. Daardoor eet je minder en kun je afvallen: gemiddeld 3 kilo.

Bijwerkingen van de spuit

Je kunt bijwerkingen krijgen. Bijvoorbeeld:

  • In het begin hebben veel mensen last van misselijk zijn, overgeven of diarree. Meestal verdwijnen de klachten na een paar weken.
  • Op de plek waar je prikt kun je last van je huid krijgen (uitslag). Bijvoorbeeld een andere kleur van je huid, kleine bultjes of jeuk.
  • Je hebt een kleine kans op een ontsteking van de galblaas of alvleesklier.
Andere medicijnen bij diabetes type 2 en een ziekte van hart, bloedvaten of nieren

Andere medicijnen bij diabetes type 2 en een ziekte van hart, bloedvaten of nieren

Meestal is diabetes type 2 goed te behandelen met gezond leven, pillen en een spuit om je bloedsuiker lager te maken.

Soms blijft je bloedsuiker toch te hoog. Dan kun je nog een ander medicijn erbij nodig hebben:

  • Een pil die ervoor zorgt dat je alvleesklier insuline aanmaakt (gliclazide). Daardoor krijg je een lagere bloedsuiker.
  • Een andere pil die ervoor zorgt dat je bloedsuiker lager wordt (DPP4-remmer).
  • Een spuit met insuline om je bloedsuiker lager te krijgen.

Je huisarts of praktijkondersteuner bespreekt met je welk medicijn het beste bij je past. En ook past bij de andere medicijnen die je misschien gebruikt. Bijvoorbeeld voor hartfalen, hoge bloeddruk of hoog cholesterol.

Bekijk ook de keuzekaart met alle voordelen en nadelen van de medicijnen.

gliclazide

Gliclazide is een verlager van het bloedsuiker. Het behoort tot de sulfonylureum-verbindingen. Het stimuleert de alvleesklier om insuline af te geven aan het bloed.

Artsen schrijven het voor bij diabetes mellitus (suikerziekte).

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

insuline

Insuline is een injectiemiddel voor mensen met diabetes die zelf geen of onvoldoende insuline aanmaken.

Er zijn verschillende soorten insuline verkrijgbaar: kortwerkend, middellangwerkend, langwerkend en combinaties hiervan.

Artsen schrijven het voor bij diabetes mellitus.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
Adviezen als je medicijnen gebruikt bij diabetes type 2

Adviezen als je medicijnen gebruikt bij diabetes type 2

Zorg dat je je medicijnen tegen diabetes type 2 op de juiste manier gebruikt. Zo kan je bloedsuiker goed blijven. En heb je later een kleinere kans op andere klachten.

Deze adviezen kunnen je helpen:

  • Gebruik je medicijnen elke dag op dezelfde tijd. De huisarts of praktijkondersteuner legt uit wanneer je je medicijnen moet gebruiken.
  • Krijg je klachten door de medicijnen? Praat erover met je huisarts of de praktijkondersteuner. Stop niet zelf met je medicijnen.
  • Spreek af bij welke klachten je direct de huisarts of de huisartsen-spoedpost belt. Bijvoorbeeld als je steeds overgeeft of diarree hebt. Of als je weinig plast.
  • Je kunt zelf je bloedsuiker controleren.
  • Blijft je bloedsuiker te hoog? Bespreek met je huisarts of praktijkondersteuner wat je kunt doen. Bijvoorbeeld meer hulp krijgen om gezonder te leven. Of meer of andere medicijnen gebruiken.
  • Samen met je huisarts of praktijkondersteuner beslis je wat voor jou het beste is. Het helpt om zo'n gesprek goed voor te bereiden. Gebruik bijvoorbeeld de keuzekaart voor diabetes type 2.
Wanneer bellen bij medicijnen bij diabetes type 2?

Wanneer bellen bij medicijnen bij diabetes type 2?

112: Laat iemand direct 112 bellen als je bewusteloos bent.

Spoed: In deze situaties bel je direct de huisarts of huisartsen-spoedpost. Of je vraagt iemand anders om snel te bellen:

  • Je hebt suiker gegeten of gedronken. Maar je bloedsuiker blijft lager dan 3,9.
  • Je reageert niet meer goed als iemand iets tegen je zegt.
  • Je haalt moeilijk adem.
  • Je raakt in de war.
  • Je gaat beven, zweten of gapen. En suiker helpt niet.
  • Je wordt 's ochtends onrustig wakker. En suiker helpt niet.
  • Je krijgt hoofdpijn en ziet wazig of dubbel. En suiker helpt niet.
  • Je plast niet of heel weinig. En je hebt dorst.
  • Je geeft over.

In deze situaties bel je dezelfde dag je huisarts of de huisartsen-spoedpost:

  • Je hebt een ontsteking. Bijvoorbeeld een longontsteking, huidontsteking of blaasontsteking.
  • Je bent ziek met koorts, overgeven of diarree.
  • Je hebt heel veel dorst.
  • Je hebt als vrouw pijn in je vagina. Ook zijn je schaamlippen rood en dik.
  • Je hebt als man een pijnlijke en dikke balzak.

Bel deze week je huisarts als je een wond aan je voet hebt die niet geneest.

De huisarts vertelt wat je moet doen met je medicijnen. Misschien moet je direct met je medicijnen stoppen.

Meer informatie over diabetes type 2
NHG
Deze tekst is aangepast op

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?