Ik heb diabetes type 2

In het kort

In het kort

  • Diabetes type 2 noemen we ook suikerziekte. Je hebt dan te veel suiker in je bloed.
  • Gezond leven is belangrijk: gezond eten, afvallen, veel bewegen, ontspannen en stoppen met roken.
  • Krijg je nog geen goede bloedsuikers? Dan gebruik je ook medicijnen om je bloedsuiker lager te maken.
  • Meestal heb je elke 3 maanden controle bij de huisarts of praktijkondersteuner.
Film

Film

Wat merk je van diabetes type 2?

Wat merk je van diabetes type 2?

Bij diabetes type 2 heb je te veel suiker in je bloed. Je hebt dan een te hoge bloedsuiker.
Een ander woord voor diabetes is suikerziekte.
En suiker in je bloed heet ook wel glucose.

Meestal merk je een hoge bloedsuiker niet. Sommige mensen krijgen wel klachten, zoals:

  • veel plassen
  • dorst
  • moe zijn
  • afvallen
  • vaak blaasontsteking
  • bij vrouwen: jeuk aan de schaamlippen
  • bij mannen: vaak een ontstoken eikel

Schade door lang hoge bloedsuiker

Heb je jarenlang te hoge bloedsuiker? Dan kun je schade krijgen aan je ogen, nieren, zenuwen en bloedvaten. Je kunt dan klachten krijgen. Bijvoorbeeld:

Met diabetes heb je ook meer kans op deze problemen en ziektes:

Hoe ontstaat diabetes type 2?

Hoe ontstaat diabetes type 2?

Het hormoon insuline helpt je lichaam om suiker uit je bloed te halen. Dit gaat bij diabetes type 2 niet goed. Je lichaam reageert minder goed op insuline.

Er blijft dan te veel suiker in het bloed. Bijvoorbeeld als je iets met koolhydraten eet of drinkt. Koolhydraten zitten onder andere in brood, pasta, jam, koek of limonade.

Het probleem met insuline kan door verschillende dingen komen. Bijvoorbeeld:

  • Je bent te zwaar.
  • Je beweegt te weinig.
  • Je rookt.

Meestal ontstaat diabetes type 2 als je ouder bent dan 45 jaar. Ook jongere mensen kunnen de ziekte krijgen. Vooral als je te zwaar bent.

Heb je een Hindostaanse, Surinaamse, Marokkaanse of Turkse achtergrond en ben je ouder dan 35 jaar? Dan heb je ook een grotere kans op diabetes type 2.

Lees meer over een grotere kans op diabetes type 2.

insuline

Insuline is een injectiemiddel voor mensen met diabetes die zelf geen of onvoldoende insuline aanmaken.

Er zijn verschillende soorten insuline verkrijgbaar: kortwerkend, middellangwerkend, langwerkend en combinaties hiervan.

Artsen schrijven het voor bij diabetes mellitus.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
Hoe onderzoekt de huisarts of je diabetes type 2 hebt?

Hoe onderzoekt de huisarts of je diabetes type 2 hebt?

Je huisarts kan op twee manieren onderzoeken of je diabetes type 2 hebt.

Zonder dat je iets eet of drinkt

De huisarts meet je nuchtere bloedsuiker. Dat is de hoeveelheid suiker in je bloed als je 's ochtends nog niets gegeten of gedronken hebt. Je mag alleen water drinken. Of thee zonder melk en suiker.

Je hebt diabetes type 2 als 1 van deze dingen voor jou klopt:

  • Je nuchtere bloedsuiker is op 2 dagen 7 of hoger.
  • Je nuchtere bloedsuiker is op 1 dag 7 of hoger. En je hebt klachten.

Op een ander moment

Of je huisarts meet je bloedsuiker als je al hebt gegeten en gedronken. Vaak heb je ook klachten van een te hoge bloedsuiker. Zoals moe zijn en veel plassen. Is je bloedsuiker op 1 dag 11 of hoger? En heb je klachten? Dan heb je diabetes type 2.

Behandeling van diabetes type 2

Behandeling van diabetes type 2

Gezond leven is het eerste wat je moet doen bij diabetes type 2. Je kunt ook medicijnen nodig hebben om je bloedsuiker goed te houden.

Gezond leven

Gezond leven is belangrijk bij diabetes type 2. Als je gezond leeft, gaat je lichaam beter werken. Je hebt dan kans om minder of geen medicijnen nodig te hebben. Dit is gezond leven bij diabetes type 2:

  • gezond eten en drinken
  • genoeg bewegen
  • afvallen als je te zwaar bent
  • niet roken
  • genoeg ontspanning en goed slapen

Lees meer bij de adviezen over gezond leven met diabetes type 2.

Medicijnen

Je krijgt niet altijd een goede bloedsuiker door alleen gezond te leven. Vaak heb je ook medicijnen nodig. Met medicijnen hou je je bloedsuiker beter onder controle. Ook heb je minder kans op andere, erge klachten. Zoals slecht zien en schade aan je nieren.

De medicijnen hangen af van hoe gezond je verder bent:

Wat is een te lage of te hoge bloedsuiker?

Wat is een te lage of te hoge bloedsuiker?

Bij diabetes type 2 kun je een te lage of te hoge bloedsuiker hebben:

Is je bloedsuiker lager dan 3,9?

Dan is je bloedsuiker te laag. Een te lage bloedsuiker noemen we hypoglykemie (een hypo). Een te lage bloedsuiker is gevaarlijk. Je kunt bewusteloos raken.

Let op, reageer je niet meer goed op anderen? Dan moet iemand direct de huisarts of de huisartsen-spoedpost bellen. En zorgen dat je glucagon krijgt. Als je dit in huis hebt.

Is je bloedsuiker 15 of hoger?

Dan is je bloedsuiker te hoog. Een te hoge bloedsuiker noemen we hyperglykemie (hyper).
Een te hoge bloedsuiker is meestal niet direct gevaarlijk. Wel kun je klachten krijgen, zoals dorst en afvallen. Praat daarom met je huisarts over je behandeling. Misschien moet je behandeling anders.

Let op, is je bloedsuiker hoger dan 15? En heb je 1 of meer van de volgende klachten? Dan moet iemand direct de huisarts of de huisartsen-spoedpost bellen:

  • Je plast niet of heel weinig. En je hebt dorst.
  • Je geeft over.
  • Je ademt moeilijk: snel of diep.
  • Je reageert niet of bijna niet meer op anderen.
  • Je raakt in coma.

Goede bloedsuikers

Goede getallen voor je bloedsuiker als je diabetes type 2 hebt:

  • 's Ochtends voordat je eet of drinkt: tussen 4,5 en 8. Dit heet de nuchtere bloedsuiker.
  • 2 uur na het eten: tussen 4,5 en 9. Na het eten gaat je bloedsuiker altijd omhoog.

Tussen 4,5 en 9 lukt niet bij iedereen. Je spreekt met je huisarts af wat jouw bloedsuiker mag zijn.

glucagon

Glucagon verhoogt het bloedsuiker.

Artsen schrijven glucagon voor bij een te laag bloedsuiker ('hypo') bij mensen met diabetes mellitus (suikerziekte).

Artsen gebruiken glucagon ook in het ziekenhuis om de darmbewegingen te onderdrukken. Bijvoorbeeld bij een onderzoek aan de darmen. En verder bij onderzoek naar de werking van de alvleesklier. Ook gebruiken artsen het als iemand teveel van bepaalde medicijnen tegen een hoge bloeddruk heeft ingenomen. Bijvoorbeeld een betablokker, zoals metoprolol, of een calciumblokker, zoals verapamil.

Deze tekst gaat alleen over het gebruik van glucagon bij een hypo door diabetes mellitus.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
Hoe gaat het verder met diabetes type 2?

Hoe gaat het verder met diabetes type 2?

Het is belangrijk dat je goed bijhoudt hoe het met je diabetes gaat. Daardoor heb je een kleinere kans op andere klachten of meer klachten.

Zelf meten

Controle bij de huisarts of praktijkondersteuner

Ook heb je regelmatig controles bij de huisarts of praktijkondersteuner. Je bespreekt hoe het met je gaat.

  • Je hebt ongeveer 3 keer per jaar een controle. Dit kan ook telefonisch of online, bijvoorbeeld via video.
  • Je komt 1 keer per jaar naar de huisartsen-praktijk voor een grotere controle. De huisarts of praktijkondersteuner kijkt dan ook bijvoorbeeld naar je voeten en ogen.
  • Neem de lijstjes met de getallen van je bloedsuiker, bloeddruk en gewicht mee.
  • Je krijgt adviezen over gezond leven met diabetes type 2. Ook als je medicijnen voor diabetes type 2 gebruikt.
  • Vertel als je anders wilt eten. Ook een diëtist kan je helpen. Bijvoorbeeld met een speciaal dieet.
  • Je kunt vragen over je medicijnen stellen. Als het nodig is, past de huisarts je medicijnen aan.
  • Ga je vasten, bijvoorbeeld tijdens de ramadan? Bespreek dit met je huisarts of praktijkondersteuner voordat de ramadan begint.
  • Vertel ook als je op vakantie gaat. Je bloedsuiker kan dan veranderen. Bijvoorbeeld door een verschil in tijd, warmer of kouder weer of ander eten.

Samen met de huisarts of praktijkondersteuner bepaal je wat voor jou het beste is. Het helpt om dit gesprek goed voor te bereiden.

Wanneer bellen bij diabetes type 2?

Wanneer bellen bij diabetes type 2?

112: Iemand moet direct 112 bellen als je bewusteloos bent.

Spoed: In deze situaties bel je direct de huisarts of huisartsen-spoedpost. Of je vraagt iemand anders om snel te bellen:

  • Je hebt suiker gegeten of gedronken. Maar je bloedsuiker blijft lager dan 3,9.
  • Je reageert niet meer goed als iemand iets tegen je zegt.
  • Je haalt moeilijk adem.
  • Je raakt in de war.
  • Je gaat beven, zweten of gapen. En suiker helpt niet.
  • Je wordt 's ochtends onrustig wakker. En suiker helpt niet.
  • Je krijgt hoofdpijn en ziet wazig of dubbel. En suiker helpt niet.
  • Je plast niet of heel weinig. En je hebt dorst.
  • Je geeft over.

In deze situaties bel je dezelfde dag je huisarts of de huisartsen-spoedpost:

  • Je hebt een ontsteking. Bijvoorbeeld een longontsteking, huidontsteking of blaasontsteking.
  • Je bent ziek met koorts, overgeven of diarree.

Bel deze week je huisarts als je een wond aan je voet hebt die niet geneest.

Meer informatie over diabetes type 2
NHG
Deze tekst is aangepast op

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?