- Je bent heel bang voor iets. Bijvoorbeeld voor een dier, bloed of in een kleine ruimte zijn. Dit heet een fobie.
- Je hart gaat snel kloppen, je ademt snel en je gaat zweten.
- Schrijf op wat er precies gebeurt op angstige momenten.
- Bedenk positieve dingen die je rustig maken.
- Daar probeer je voortaan aan te denken in moeilijke situaties.
- Probeer zo veel mogelijk alles te blijven doen.
- Praten met je huisarts of de praktijkondersteuner helpt ook.
Wat is je situatie?
GGZ
NHG