In het kort
- 2 van de 3 mensen met de ziekte van Parkinson krijgen een depressie.
- Bij een depressie ben je steeds erg somber of heb je nergens zin in.
- Je kijkt samen met je arts welke behandeling je wilt en kunt krijgen.
- De klachten kunnen door de Parkinson-medicijnen komen. Je arts kan je medicijnen dan aanpassen.
- Ritme in je dag en actief zijn helpen bij een depressie. Zoals elke dag naar buiten, bewegen en contact met mensen.
- Therapie bij een psycholoog of medicijnen kunnen ook helpen.
Wat merk je van een depressie bij de ziekte van Parkinson?
Soms voel je je somber. Of heb je verdriet omdat je gezondheid slechter wordt. Dat is heel begrijpelijk. De ziekte van Parkinson heeft veel gevolgen voor je hele leven. Als je je af en toe zo voelt, is dit geen depressie.
2 van de 3 mensen met de ziekte van Parkinson krijgen wel een depressie. Je hebt een depressie als je langer dan 2 weken 1 of meer van deze klachten hebt:
- Je bent het grootste deel van de dag somber.
- Je hebt (bijna) nergens meer zin of plezier in.
Daarbij heb je 1 of meer van deze klachten:
- Je voelt je schuldig, niet nodig of waardeloos.
- Je voelt je onrustig en snel geïrriteerd. Of juist traag en sloom.
- Je kunt geen beslissingen nemen
- Je kunt je niet goed concentreren.
- Het eten smaakt niet meer. Daardoor ben je dunner geworden.
Of je wilt juist extra veel eten. Daardoor ben je dikker geworden. - Je bent moe.
- Je hebt geen energie.
- Je slaapt slecht of heel veel.
- Je vindt het leven moeilijk en maakt je veel zorgen. Misschien verlangt je soms naar de dood of denk je aan zelfdoding.
Een depressie bij de ziekte van Parkinson verstoort je leven. Je hebt er veel last van: thuis, in je vrije tijd of op je werk. Je kunt door de depressie ook problemen krijgen met denken en onthouden.
Behandeling bij depressie bij de ziekte van Parkinson
Je kijkt samen met de arts die veel weet van de hersenen (neuroloog) welke behandeling bij je past.
Depressieve klachten kunnen komen op momenten dat je medicijnen tegen stijfheid en beven uitgewerkt zijn. Dat is net voor je een nieuwe pil moet slikken. Je arts bekijkt samen met jou of dit bij jou zo zou kunnen zijn. Je arts kan je medicijnen dan aanpassen. Dat kan ervoor zorgen dat je je beter voelt.
Je krijgt adviezen hoe je met de klachten kunt omgaan. Bijvoorbeeld elke dag naar buiten en contact houden met anderen.
Je arts kan je doorsturen naar een psycholoog voor therapie.
Heb je ernstige depressieve klachten? Of heb je een therapie gedaan bij een psycholoog, maar heeft de therapie niet genoeg geholpen? Dan kun je nadenken of je medicijnen tegen depressie wilt slikken.
Samen met je arts kijk je welke soort van deze medicijnen het beste bij jou past. Dit ligt aan je andere klachten. Bijvoorbeeld of je ook angstig bent, of last hebt van je maag of darmen. Ook bespreek je wat de voordelen en de bijwerkingen kunnen zijn.
Je arts kijkt of je de medicijnen tegen depressie samen kunt nemen met je medicijnen tegen de ziekte van Parkinson.
Hoe gaat het verder bij een depressie bij de ziekte van Parkinson?
Je krijgt regelmatig controles bij je arts om te kijken hoe het met je gaat. Als de medicijnen niet werken, kan je arts kijken of je een ander soort medicijn kunt krijgen.
Als de medicijnen bij jou helemaal niet werken of als je heel ernstige depressieve klachten hebt, kan je arts je doorsturen naar een psychiater.
Meer informatie over de ziekte van Parkinson in het ziekenhuis
- Contact met mensen die de ziekte van Parkinson hebben: Parkinson Vereniging.
- Informatie over zorg en activiteiten in de buurt: ParkinsonNet Zorgzoeker.
We hebben deze informatie gemaakt met de richtlijn voor artsen over de ziekte van Parkinson.